De avonden: Opdracht

Opdracht niveau 4 | Personage

Frits van Egters wordt door veel lezers, vroeger en nu, ervaren als een ingewikkelde jongen. Hij is niet doorsnee. Toch roept hij ook vaak herkenning op, of identificeren lezers zich met hem. De vraag is: is hij nu zo'n apart figuur dat hij niet te begrijpen is, of heeft hij iets in zich dat van alle generaties is?
Deze kwestie zie je in veel recensies en kritieken terug: Frits de zonderling tegenover Frits de universele jongere. Om verder door te dringen in zijn complexe persoonlijkheid, verdiep je je in de reacties van de literaire kritiek op Frits' persoonlijkheid en confronteer je die met je eigen opvattingen.

Titel De avonden
Niveau boek niveau 4
Opdracht niveau 4 | Personage
Studielast 2 uur
Werkvorm individueel
Focus personage
Je leert een complex hoofdpersonage te doorgronden.
Gemaakt door Gosse Koolstra
Bron 1 testcentrumgroei.nl | lijst karaktereigenschappen
Bron 2 dbnl.org | 'Gemengde gevoelens bij een winterverhaal'

A

Analyse van de hoofdpersoon en herkenning vanuit jezelf.

Vraag 1a

Haal uit bron 1 vijf kenmerken die jij typerend vindt voor het personage Frits van Egters.


Vraag 1b

Beschrijf bij elk kenmerk kort waarom je dit vindt: bewijs uit de roman.   


Vraag 2

Wat hiervan herken je in jezelf? Geef een beschrijving van een eigen ervaring die hierbij hoort.


B

Wat vinden anderen van de hoofdpersoon?

Vraag 1

Lees bron 2, met name p. 12 en 13, en noteer in het schema hieronder wat het standpunt is inzake de opvatting dat Frits Egters een universele jongere is:   

a. van de jury van de Reina Prinsen Geerligsprijs   
b. van de literatuurcriticus Ritter   
c. van Kouwenaar, Schierbeek   
d. van Vestdijk   
e. van Reve zelf   


Vraag 2

Noteer in de laatste kolom van het schema wat je vindt van het genoemde standpunt.

Wie? Oordeel (Niet) mee eens, omdat ...
Jury RPG-prijs
Ritter
Kouwenaar/Schierbeek
Vestdijk
Reve zelf

C

Beschrijf ten slotte in ongeveer 250 woorden wat voor personage Frits van Egters is in jouw ogen: een zonderling of een herkenbare adolescent. Neem in je redenering de standpunten uit bron 2 op.