De intrede van Christus in Brussel: Opdracht

Opdracht niveau 4 | Literaire kritiek

Schrijvers en recensenten - het blijft een moeilijke combinatie. Soms zijn verschillen in opvatting over wat goede en wat slechte literatuur is, terug te voeren op de persoonlijke smaak van een recensent. In andere gevallen kun je je afvragen of de recensent het boek wel helemaal begrepen heeft. 
Onder Literatuurgeschiedenis vind je een voorbeeld van een conflict tussen schrijvers en hun critici dat wel heel hoog is opgelopen.
In deze opdracht ga je je verdiepen in de kritiek op De intrede van Christus in Brussel. Kun je in dit geval spreken van 'onbevoegdheid' der kritiek?

Titel De intrede van Christus in Brussel
Niveau boek niveau 4
Opdracht niveau 4 | Literaire kritiek
Studielast 2 uur (+ eventueel 2 uur voor opdracht B)
Werkvorm individueel
Focus literaire kritiek
Je leert kritisch kijken naar literaire kritiek, en je eigen oordeel vormen.
Gemaakt door Gosse Koolstra
Bron 1 knack.be | Frank Hellemans, 'Dimitri Verhulst: De intrede van Christus in Brussel'
Bron 2 volkskrant.nl | Danielle Serdijn, 'Jezus komt, staat op de nieuwssite'
Bron 3 tzum.info | Koen Schouwenburg, 'Met bier, worst en hoedjes wachten op Jezus Christus'
Bron 4 'Recensenten' en 'Argumenten in recensies', in: Joke van Balen e.a., Basisboek literatuur, Groningen, Uitgeverij kleine Uil, 2009, blz. 182-189

A


Noteer je eigen mening over De intrede van Christus in Brussel. Gebruik hiervoor vijf beoordelingswoorden (bijvoorbeeld: spannend, origineel, grappig etc.) en licht deze toe aan de hand van voorbeelden uit de roman.


B



Vraag 1


Lees bron 1, 2  en 3. Noteer de oordelen (meningen) van de recensenten in kolom 1 van de tabel.


Vraag 2


Noteer hun argumenten in kolom 2.


Vraag 3


Bestudeer bron 4. Noteer in kolom 3 welke soorten argumenten de recensent aanvoert.

 

Oordeel Argument(en) Soort argument
Frank Hellemans
1
2
etc.
Danielle Serdijn
...
Koen Schouwenburg
...


C


Vergelijk je antwoorden op de A- en B-vragen. In hoeverre ben je het eens met de uitspraak dat de hedendaagse critici onbevoegd zijn? Ondersteun je mening met drie voorbeelden uit de gelezen recensies.



Literatuurgeschiedenis


In de jaren tachtig van de negentiende eeuw wisten Frederik van Eeden, Albert Verwey, Willem Kloos en Lodewijk van Deyssel het door hen gehate literaire establishment voor schut te zetten met een paar satirische werkjes die door hun tegenstanders serieus werden opgevat.
Deze schrijvers, die samen de kerngroep van de Tachtigers vormden, hadden schoon genoeg van de brave domineespoëzie van schrijvers als Nicolaas Beets. Onder de naam Cornelis Paradijs schreef Van Eeden de satirisch bedoelde bundel Grassprietjes. Wat gebeurde er tot hun verrassing en verbijstering? De grap werd niet doorzien en de bundel werd door hun kritische tegenstanders ten voorbeeld gesteld aan de Tachtigers! Toen ook over een andere satirische mystificatie van hen, Julia, dat eveneens onder pseudoniem was verschenen, een lovende bespreking verscheen, kwamen de Tachtigers met een dodelijke aanval op deze recensenten: De onbevoegdheid der Hollandsche litteraire critiek.