De kleine Johannes: Opdracht

Opdracht niveau 5 | Poëtica

Titel De kleine Johannes
Niveau boek niveau 4
Opdracht niveau 5 | Poëtica
Studielast 2 uur
Werkvorm individueel of tweetal
Focus poëtica
Je leert reflecteren op een werk vanuit kennis over de literatuurhistorische context.
Gemaakt door Marlies Schouwstra
Bron 1 literatuurgeschiedenis.org | over de Beweging van Tachtig
Bron 2 literatuurgeschiedenis.org | over 'De Nieuwe Gids'
Bron 3 literatuurgeschiedenis.org | over Frederik van Eeden (1860-1932)

Frederik van Eeden wordt wel gerekend tot De Tachtigers, een groep schrijvers die zich aan het einde van de negentiende eeuw verenigde en gezamenlijk het literaire tijdschrift De Nieuwe Gids oprichtte. In 1885-86 verscheen De kleine Johannes voor het eerst in dit tijdschrift. Dat is opvallend, omdat De kleine Johannes op een aantal punten niet aansluit bij de literatuuropvattingen van de Tachtigers. In deze opdracht vergelijk je de literatuuropvattingen van De Tachtigers met de poëtica van Van Eeden, zoals die spreekt uit De kleine Johannes.

A

Bestudeer de Literaire theorie hieronder en bron 1 en 2 en noteer zoveel mogelijk aspecten van de poëtica van De Tachtigers.


B

  1. Welke aspecten van de poëtica van De Tachtigers herken je in De kleine Johannes? Noteer deze aspecten in kolom 1 van de tabel.
  2. Welke tekstinterne poëticale aspecten kun je uit De kleine Johannes afleiden? Het gaat dus om die aspecten die strijdig zijn met de poëtica van de Tachtigers. Je moet deze aspecten afleiden uit de roman: je vraagt je dus af welke opvattingen over doel en middelen van de literatuur blijken uit De kleine Johannes. Noteer deze aspecten in kolom 2. Bestudeer eventueel bron 3 om op het goede spoor te komen.


tabel

Aspecten van literatuuropvatting Tachtigers Aspecten tekstinterne poëtica van Van Eeden. zoals blijkend uit De kleine Johannes

C

  1. Bij literatuurgeschiedenis leer je waarschijnlijk dat je bij het lezen van oudere werken je kennis van de literatuurhistorische context moet betrekken bij je interpretatie van het werk. Welk gevaar loopt de lezer die WEL weet dat Van Eeden tot De Tachtigers gerekend wordt en dat De kleine Johannes verschenen is in De Nieuwe Gids, maar NIET stilstaat bij de tekstinterne poëtica van de schrijver? Welke betekenisaspecten zou hij over het hoofd kunnen zien?
  2. Formuleer twee voornemens voor de volgende keer dat je een ouder werk gaat lezen.


Literaire theorie

Poëtica - Een poëtica is het geheel van opvattingen van een schrijver of een groep schrijvers ten aanzien van doel en middelen van de literatuur. Als je spreekt over de poëtica van één auteur, heb je het over een auteurspoëtica. De poëtica van een groep schrijvers noem je een groepspoëtica. Daarnaast kun je onderscheid maken tussen een interne en externe poëtica. Een externe poëtica is expliciet omschreven, bijvoorbeeld in artikelen, beginselverklaringen etc. Een interne poëtica is niet expliciet geformuleerd, maar kan worden afgeleid uit het werk van de auteur of groep auteurs.
De Tachtigers hebben op veel momenten duidelijke, expliciete uitspraken gedaan over wat literatuur volgens hen moest zijn. Hier is dus sprake van een externe groepspoëtica. Daartegenover staat dat uit De kleine Johannes valt af te leiden dat Van Eedens opvattingen over doel en middelen van
literatuur niet volledig corresponderen met die van de Tachtigers.