De pelikaan: Opdracht

Opdracht niveau 5 | Thematiek

Titel De pelikaan
Niveau boek niveau 4
Opdracht niveau 5 | Thematiek
Studielast 2 uur
Werkvorm individueel
Focus thematiek
Je leert hoe motieven en symbolen in een roman verwijzen naar de centrale thematiek.
Gemaakt door Jan Erik Grezel
Bron Bron 1

In besprekingen van De peilkaan is erop gewezen dat Driessen deze roman doorspekt heeft met allerlei motieven en symbolen. Bij deze opdracht wordt verondersteld dat je weet hoe schrijvers motieven en symbolen inzetten om hun werk een diepere betekenis te geven. Je kunt daarvoor ook nog eens de literaire theorie doornemen (bron 1).

A

  1. In het schema hieronder zie je een aantal – al dan niet terugkerende – elementen uit het boek. Sommige kun je zien als motief of symbool. Noteer om welk van beide het gaat en noteer ook of het gaat om een concreet of abstract motief/symbool. Vul daarna ook de vierde kolom in.
  2. Vul zelf nog twee of drie andere verhaalelementen in die je kunt zien als motief of symbool.
  3. Ga na op welke manier de door jou gekozen motieven en symbolen verband houden met de centrale thematiek van het boek. Noteer dat in het kort in de vierde kolom.
Verhaalelementen Motief of symbool? Concreet of abstract? Verband met thematiek? Zo ja, hoe?
Antisemitisme
De kabelspoorbaan
Geld
...
...
...

B
In de roman wordt er vaak over ‘goed en kwaad/slecht’ gedacht en gepraat. De hoofdpersonen Andrej en Josip krijgen op allerlei manieren met goed en kwaad te maken.

  1. Noteer voor beide personen minstens vijf van zulke gevallen. Je kunt er misschien meer noemen.
  2. Is deze confrontatie met goed en kwaad in al die gevallen voor beide mannen hetzelfde of juist tegengesteld? Leg dat uit.
  3. Naar wie van beide mannen gaat jouw sympathie uit? Waarom? Of voel je helemaal geen sympathie voor hen?
  4. Kun je zeggen dat of Andrej of Josip aan ‘de goede kant’ staat of aan ‘de kant van het kwaad’? Leg uit.
  5. Wie van beiden is uiteindelijk beter af, Andrej of Josip? Of is die vraag niet te beantwoorden? Waarom niet?


C
Lees nog eens de laatste twee pagina’s van het boek. In de afloop van een verhaal kan soms nog eens kernachtig de thematiek naar voren komen.

  1. Het verhaal eindigt met een contactadvertentie. Wat kun je afleiden uit de tekst?
  2. Hoe verbind je dat gegeven met de centrale thematiek?

 
D

  1. Wat heeft Driessen nu uiteindelijk over ‘goed en kwaad’ te zeggen?
  2. In welke passage wordt dit haast letterlijk verwoord?
  3. Hoe kijk jij daar tegenaan? Kun je je vinden in wat de roman ons dus wil vertellen?