Vanaf de boektitel tot en met de slotzin ('… het beloofde land …') van het laatste hoofdstuk ('Kleine Mozes') wordt de lezer van Dit zijn de namen geconfronteerd met Bijbelse elementen. Omdat Bijbelkennis geen vanzelfsprekendheid meer is in onze tijd, helpen wij je in deze opdracht wat op weg. Overigens zet Wieringa ons zelf al op dat spoor in de bronnenlijst op de laatste bladzij van het boek: de Nieuwe Bijbelvertaling is één van zijn bronnen. [In deze opdracht wordt verwezen naar Bijbelencultuur.nl, die gebruikmaakt van de Nieuwe Bijbelvertaling.]

Vraag 1

Het eerste Bijbelboek, Genesis, eindigt met de geschiedenis van Jozef, de lievelingszoon van vader Jakob, die het uiteindelijk tot onderkoning van Egypte schopt. Lees het laatste hoofdstuk van Genesis (bron 1) en let vooral op het slot.   

Vraag 1a

Welke zaken worden in de laatste verzen van Genesis 50 aan de orde gesteld, en wat is de parallel met Dit zijn de namen?   


Vraag 1b

Het vervolg en de afloop van dit verhaalgegeven uit de Bijbel vind je in Exodus 13 vers 19, en Jozua 24 vers 32. Zoek die teksten op debijbel.nl op en noteer wat je daar aantreft.   


Vraag 2

Lees het begin van het tweede Bijbelboek, Exodus, tot halverwege het tweede hoofdstuk (bron 2).   

Vraag 2a

Neem de eerste zin van Exodus 1 letterlijk over; onderstreep de eerste vier woorden van deze zin.   


Vraag 2b

Vorm je een globaal beeld van waar het Bijbelboek Exodus over gaat; bron 2 biedt onder de knop 'Over Exodus' (op de onderste menubalk) beknopte informatie over het Bijbelboek ('Inleiding op Exodus') en de belangrijkste onderdelen ervan ('Sleutelscènes'). Noteer in een paar zinnen wat de grote lijn is; gebruik daarbij in elk geval de termen 'woestijn' en 'beloofde land'.   


Vraag 2c

Welke overeenkomsten zie jij tussen de verhaallijn van de vluchtelingen in Dit zijn de namen en de lotgevallen van het Joodse volk in Exodus?   


Vraag 2d

Lees het tekstje over Mozes (bron 3). Je hebt in Exodus 2 gelezen over Mozes' geboorte, lees nu in Deuteronomium 34 over zijn dood. Leg daarna uit welke overeenkomsten er zijn met het laatste hoofdstuk van Dit zijn de namen.   


Vraag 3

Samen met Pontus Beg duiken wij steeds dieper in de wereld van de Joodse religie, met alle bijbehorende rituelen. Veel daarvan gaat terug op het derde Bijbelboek, Leviticus.   

Vraag 3a

In Leviticus 16 gaat het over het heiligste Joodse feest, Jom Kippoer (Grote Verzoendag). Lees dit hoofdstuk (bron 4) en noteer wat de gang van zaken is rond de 'zondebok'.   


Vraag 3b

Heb je gezien dat in Dit zijn de namen ook een zondebok voorkomt? Leg uit hoe dat zit. Als je er zelf niet helemaal uitkomt, lees dan bron 5.   


Vraag 4

Kies tot slot zelf uit de roman één van de andere Bijbelse elementen of een van de gebruikte Bijbelcitaten. Laat zien waar dat in de Bijbel voorkomt, en leg uit welke rol het speelt in Dit zijn de namen.