Drift: Opdracht

Opdracht niveau 5 | Intertekstualiteit

Titel Drift
Niveau boek niveau 4
Opdracht niveau 5 | Intertekstualiteit
Studielast 2 uur
Werkvorm Individueel
Focus Literaire verwijzingen
Je leert betekenis te geven aan literaire verwijzingen.
Gemaakt door Jan Erik Grezel
Bron Bron 1

Bij deze opdracht kijk je naar verwijzingen naar andere literaire werken.

A

  1. Het begint meteen al goed in Drift: het motto is een niet zo gemakkelijk te duiden citaat uit een boek van de Franse schrijver Roland Barthes (Fragments d’un discours amoureux). Wat wil dit citaat zeggen? En wat verwacht je dan als lezer, nadat je dit citaat geïnterpreteerd hebt?
  2. In de Proloog staan ook al vier literaire verwijzingen. Waar duiden die op?
  3. De titel van het eerste deel kun je eveneens opvatten als verwijzing. Naar wat? Waarom zou de schrijfster juist hiervoor gekozen hebben?


B

De schrijfster helpt de lezer door achterin het boek een verantwoording én vertalingen te geven van citaten en verwijzingen in de roman. Je gaat een paar daarvan onder de loep nemen.

  1. Lees het gedicht van Vasalis op p. 48 en de brief waarin dat gedicht geciteerd wordt. Wat is de kerngedachte die Vasalis probeert uit te drukken?
  2. Waarom haalt de hoofdpersoon dit gedicht aan? 
  3. Wat vind je van de manier waarop het personage het gedicht in verband brengt met haar eigen leven?


C

Veel verwijzingen hebben met taal te maken, zoals die op p. 129-134.

  1. De hoofdpersoon Bregje ontvangt een brief van Luc nadat ze is weggelopen. Ze noemt de brief ‘de meest indrukwekkende’ die ze ooit heeft ontvangen. Waarom?
  2. De brief, en vooral de manier waarop de hoofdpersoon die geschreven heeft, geeft haar aanleiding om over taal te filosoferen. Herken je wat zij schrijft over little language? Zo niet, kun je je daarvan een goede voorstelling maken door deze passages?
  3. Tot welke afrondende gedachte over taal leidt het fragment (p. 129-134)?


D

De intertekstualiteit in Drift is expliciet, onder andere door de hulp die de schrijfster biedt met de Verantwoording & Vertalingen (p. 393–397). Maar dat geldt niet voor honderd procent.

  1. Lees bron 1. Daarin wordt een impliciete verwijzing besproken naar een verhaal uit de Metamorphosen van Ovidius. Welk verhaal is dat?
  2. Zoek informatie over die mythe en vergelijk die met wat de recensente noemt.
  3. De vraag is of die verwijzing (want nergens uitdrukkelijk genoemd) inderdaad in het boek zit. Je kunt dan eerst de figuren uit de mythe vergelijken met die uit het boek. Wie is wie als je mythe en roman vergelijkt?
  4. Zijn er bepaalde woorden of fragmenten die de constatering van de recensente duidelijk ondersteunen? Zo ja, welke?
  5. Welke betekenis hebben de parallellen tussen de klassieke mythe en de roman Drift voor de interpretatie van het verhaal?
  6. Moet een schrijver de verwijzingen in een roman werk verantwoorden? Of is het aan de lezer zelf om de verbanden met andere kunst/literatuur te leggen of die te negeren? Leg uit waarom je dat vindt.