Er zit geen spek in de val e.a. dierenverhalen: Opdracht

Opdracht niveau 4 | Stijl

In de verhalen van Koolhaas spelen dialogen een opvallende rol. Veel dieren praten met elkaar. Dit is vreemd, want dieren kunnen in werkelijkheid natuurlijk niet praten.

Bij deze opdracht gaan jullie je verdiepen in de rol en betekenis van de dialogen in de verhalen.

Titel Er zit geen spek in de val e.a. dierenverhalen
Niveau boek niveau 4
Opdracht niveau 4 | Stijl
Studielast 2 uur
Werkvorm tweetal
Focus stijl
Je leert stijl analyseren.
Gemaakt door John Hoks

Vraag 1

Kies elk twee verhalen uit. Het verhaal met de minste dialogen laat je buiten beschouwing.   


Vraag 2

Analyseer de dialogen, rekening houdend met de volgende aspecten:   

Vraag 2a

Zijn de dialogen realistisch/logisch of niet?   


Vraag 2b

Sluiten ze aan bij wat er in het verhaal gebeurt? Of hebben ze een andere functie?   


Vraag 2c

Passen ze bij het gedrag van het dier?   


Vraag 2d

Zijn de dialogen grappig of niet? Hoe komt dit?   


Vraag 2e

Vinden jullie dit 'dierlijk taalgebruik' of herkenbaar, menselijk taalgebruik?   


Vraag 2f

Wat zeggen de dialogen over de karakters van de dieren?   


Vraag 2g

Zijn jullie andere dingen opgevallen?    


Vraag 3

Breng hierover mondeling verslag uit aan de klas. Begin met een korte introductie op het werk van Anton Koolhaas en een korte typering van de vier verhalen. Het zwaartepunt van jullie presentatie moet liggen bij de stijl in deze dierenverhalen, met name de afwisseling tussen dialoog en vertellerstekst en de werking daarvan.