Franklin: Opdracht

Opdracht niveau 3 | Thematiek

Titel Franklin
Niveau boek niveau 4
Opdracht niveau 3 | Thematiek
Studielast 2 uur
Werkvorm individueel
Focus thematiek
Je leert nadenken over de betekenis van een roman.
Gemaakt door Jan Erik Grezel

De hoofdpersoon in Franklin wordt al op negenjarige leeftijd uit de ouderlijke omgeving gehaald. Hij moet naar een internaat. In deze opdracht ga je na in hoeverre deze wending in het leven van de hoofdpersoon de thematiek van de roman bepaalt.

A

1 Denk eens terug aan de periode toen je zelf een jaar of negen was. Waar woonde je toen? Waar zat je op school? Wie waren je vrienden? Wat deed je buiten schooltijd? Hoe ging je met je ouders / broers / zussen om? En zij met jou?
2 Stel je voor dat je ouders jou op die leeftijd naar een internaat gestuurd hadden, naar het buitenland vertrokken zouden zijn en vervolgens weinig meer van zich hadden laten horen. Wat zou dat voor jou betekend hebben?


B

De situatie beschreven onder A 2 is iets wat Franklin in de roman overkomt.

1 Hoe voelt hij zich daaronder? En hoe weet je dat als lezer?
2 Wat betekent het ‘verdwijnen’ van zijn ouders voor hem?
3 Welke redenen hebben de ouders om hem naar een internaat te sturen? Wat vind jij daarvan?
4 Hoe zou je de ouders van Franklin typeren? Wat voor mensen zijn dat? Wat voor gevoelens hebben zij tegenover hun zoon?
5 Hoe kijkt Franklin aanvankelijk naar zijn vader en zijn moeder? Door welke gebeurtenissen of omstandigheden verandert dat? Is er een speciale aanleiding?  


C

Stel je voor dat Franklin een brief aan zijn ouders wil sturen als hij op het internaat zit. Verplaats je in hem en schrijf zijn brief (minimaal 300 woorden). Daarin geef je een beschrijving van het leven op het internaat (put uit het boek, maar je mag ook je fantasie gebruiken!); je geeft daarnaast ook iets prijs over zijn gevoelens. Bepaal zelf waaraan je de meeste aandacht wilt schenken in de brief.