Grip: Opdracht

Opdracht niveau 4 | Stijl

Lees eerst de Literaire theorie.

Titel Grip
Niveau boek 4
Opdracht niveau 4 | Stijl
Studielast 2 uur
Werkvorm individueel en als tweetal
Focus stijl
Je leert reflecteren op de stijl en krijgt oog voor specifieke stijlkenmerken.
Gemaakt door Jan Erik Grezel
Bron schrijversvakschool.nl | Robbert Welagen, ‘Stijl is het belangrijkste element van literatuur’

A (individueel)


Vraag 1


De stijl van een literair werk is voor sommige lezers de belangrijkste reden om een boek te lezen of al snel weer weg te leggen. Misschien heb jij ook wel eens om de stijl bepaalde boeken gelezen of juist niet. Welke boeken waren dat? En waardoor sprak de stijl jou wel of niet aan?


Vraag 2


Ben jij een lezer die stijl heel belangrijk vindt? Waardeer je een verhaal vooral vanwege de (literaire) stijl of kun je een boek ook mooi vinden als de stijl jou niet echt aanspreekt?


Vraag 3


Welke van de stijlkenmerken die de bron noemt, kun jij erg waarderen? En waar houd je juist niet van?


B (individueel)


Stephan Enter wordt door recensenten vaak geprezen om zijn stijl. Over Grip zegt een van hen bijvoorbeeld 'met de meesterhand geschreven'. Maar die stijl is ook wel eens wat ‘over the top’ volgens sommigen.

Een paar voorbeelden:
‘De trein vrat zich in hoog tempo door het landschap. Ginds zwermden kraaien over een hellende akker – en ja, alleen al hierom, wiekte het in hem op, hierom zou je het omarmen: om een lucht met tuimelende vogels en de bevrijdende sensatie door zo’n glooiend onnederlands landschap te suizen.’ (blz. 21)
‘Een troepje spreeuwen ruiste op als bladeren in een windvlaag. Hij voelde een tinteling in zijn hoofd, bij zijn slaap. Maar de klap had hem niet versuft – eerder het tegendeel: hij had het idee dat hij opvallend scherp zag en hoorde. Hij zette de sigaret aan zijn lippen en ademde in. Jaren sinds hij had gerookt. Hij wachtte op de tik – de lichte wankeling in alle zintuigen – maar ook die kwam nauwelijks.’ (blz. 90)
‘Het licht barstte, het spatte in vonken uit elkaar en rende in snoeren van felle schittering alle kanten uit, bleef toen gaandeweg als verbijsterd hangen op de golfslag, herstelde zich aarzelend, trok zich omzichtig samen in steeds compactere rimpels en keerde als onaangeroerd terug.’ (blz. 161)


Vraag 1


Zoek drie fragmenten in het boek die jou treffen door de bijzondere stijl.


Vraag 2


Probeer vast te stellen waardoor je deze fragmenten stilistisch zo treffend vindt.


Vraag 3


Kijk nog eens naar de vijftien stijlkenmerken opgesomd in de bron (vanaf ‘zinslengte’). Welke van die kenmerken vind je in jouw fragmenten?


Vraag 4


Komen die ook verder veel voor in Grip?


Vraag 5


Van welke stijlkenmerken maakt Enter geen gebruik? Waarom niet, denk je?


Vraag 6


Lees bron 1. Voldoet Enter wat jou betreft aan wat Robbert Welagen beweert over stijl?


C (samen)



Vraag 1


Bespreek vraag A2 samen. Wat voor type lezer zijn jullie als het om stijl gaat?


Vraag 2


Lees stuk voor stuk de fragmenten voor die je bij B1 gekozen hebt. Degene aan wie je voorleest, heeft mogelijk het boek niet gelezen. Bespreek per fragment de stijl. Geef daarbij jullie oordeel over de stijl en maak duidelijk waarom jullie dat vinden.


Vraag 3


Komt jouw oordeel overeen met wat je bij A3 hebt gekozen?

 

(Literaire) theorie

'Stijl', in: Joke van Balen e.a., Basisboek literatuur. Groningen: Uitgeverij kleine Uil, 2009, p. 127-129.