Het leven uit een dag: Opdracht
Opdracht niveau 4 | Betekenis 2
| Titel | Het leven uit een dag |
|---|---|
| Niveau boek | 4 |
| Opdracht | niveau 4 | Betekenis |
| Studielast | 2 uur |
| Werkvorm | individueel |
| Focus | betekenis |
| Je leert | motieven te duiden en te koppelen aan de thematiek |
| Gemaakt door | Cilla Geurtsen |
| Bron | pietsweer.nl | weersvoorspelling |
A
Vraag 1
Bekijk in bron 1 de weersverwachting voor vandaag en de rest van de week. Noteer of je blij wordt van de weersverwachting of niet. Leg ook kort uit waarom dat zo is.
Vraag 2
Het weer heeft invloed op de gemoedstoestand van vrijwel iedereen. Dat is ook zo in Het leven uit een dag. Blader het boek nog eens door en markeer zo veel mogelijk verwijzingen die er gemaakt worden naar het weer / de diverse weertypes.
Vraag 3
Vul vervolgens in onderstaand schema de verwijzingen die je gevonden hebt in. Noteer tevens de bladzijde en schrijf ook op wat de gevolgen zijn van het weer en of je de keuze voor dat weertype geslaagd vindt.
| Weertype/fenomeen | Bladzijde | Gevolg weertype | Geslaagde keuze? |
|---|---|---|---|
| Zon | |||
| ... | |||
| ... |
B
Vraag 1
Bestudeer de Literaire theorie. Vind je het weer een gewoon concreet motief of eerder een leidmotief? Leg je antwoord uit.
Vraag 2
Probeer van het weer als motief het grondmotief te verwoorden. Lukt dat? Zo nee, waarom niet?
Vraag 3
'Zij is het zonnetje in huis.' Ook in spreekwoorden zitten vaak verwijzingen naar het weer. Gini zou je kunnen omschrijven als het onweer in het leven van Benny. Ook 'ontmoeten' ze elkaar nog één keer tijdens een allesomvattende onweersbui. Omschrijf nu jezelf eens als een bepaald weertype. Maximaal 100 woorden.
(Literaire) theorie
'Motieven', in: Joke van Balen e.a., Basisboek literatuur. Groningen: Uitgeverij kleine Uil, 2009, p. 113-114.
