In de bovenkooi: Opdracht
Opdracht niveau 3 | Fictie en werkelijkheid
Titel | In de bovenkooi |
---|---|
Niveau boek | niveau 4 |
Opdracht | niveau 3 | Fictie en werkelijkheid |
Studielast | 2 uur |
Werkvorm | individueel |
Focus | fictie en werkelijkheid |
Je leert | reflecteren op het verwerken van autobiografische gegevens in verhalen |
Gemaakt door | Monique Metzemaekers |
Bron | 'Waanzinnige Boekenweek met Maarten Biesheuvel' (Een vandaag, 4 maart 2015) |
A
In het schema staat een aantal verhalen waarin een ik-persoon voorkomt die veel lijkt op de auteur, Maarten Biesheuvel.Je gaat een biografische schets van deze ik-persoon schrijven.
Vraag 1
Vul het schema in: wat kom je te weten over de ik-persoon?
Vraag 2
Vul dit lijstje aan met één zelfgekozen verhaal waarin de ik-persoon waarschijnlijk ook lijkt op de auteur.
Vraag 3
Vul het schema aan met gegevens uit het door jou gekozen verhaal.
Vraag 4
Schrijf een korte biografie van de ik-persoon (350 woorden). Verwerk hierin de gegevens uit het schema.
Schema
B
Vraag 1
Bekijk bron 1. Geef op een schaal van 1 (helemaal niet) tot 10 (helemaal hetzelfde) aan in hoeverre de ik-persoon overeenkomt met de auteur Maarten Biesheuvel. Licht je antwoord toe (100 woorden).
C
Vraag 1
Vind je het boek beter of slechter nu je weet dat het leven van de schrijver er een rol in speelt? Licht je antwoord toe (50 woorden).