Liefde, als dat het is: Opdracht

Opdracht niveau 5 | Thematiek

Titel Liefde, als dat het is
Niveau boek niveau 4
Opdracht niveau 5 | Thematiek
Studielast 2 uur
Werkvorm Individueel
Focus Thema 'huwelijk en gezin'
Je leert nadenken over de bredere betekenis van een ogenschijnlijk normaal verhaal over een stukgelopen huwelijk.
Gemaakt door Jan Erik Grezel
Bronnen Bron 1
Bron 2
Bron 3

Je kunt je afvragen of een roman over relatieproblemen van ouders interessant is voor jongere lezers. Lees bijvoorbeeld bron 1. Maar de problematiek die in Liefde, als dat het is aan de orde komt, kun je breder trekken. De belangrijkste personages denken na over wat ‘geluk’ is en of geluk mogelijk is in een systeem als een gezin.


A            

Er zijn allerlei samenlevingsvormen. Een ‘gezin’, bestaande uit liefdespartners met één of meer kinderen, is een veel voorkomende vorm. In dit deel van de opdracht probeer je een mening te vormen over deze samenlevingsvorm.

  • In wat voor ‘systeem’ ben jij opgegroeid? Bijvoorbeeld in een gezin (met één of twee ouders)? In een andere samenlevingsvorm?
  • Wat voor waarde zou het kunnen hebben om een vaste relatie te formaliseren door te trouwen?
  • Hoe (on)belangrijk vind je het om kinderen te krijgen?
  • Vind je ‘een gezin’, in wat voor samenstelling dan ook, een goed werkbaar sociaal systeem?
  • Welke voor- en nadelen zie je in een leven buiten zo’n systeem, bijvoorbeeld als alleenstaande?       


B

  1. Meer dan eens komt een beroemde en veel geciteerde passage uit het werk van de Russische schrijver Leo Tolstoj (1828-1910) aan de orde. Het is de eerste zin uit de lijvige roman Anna Karenina (1877): “Gelukkige gezinnen lijken allemaal op elkaar, maar een ongelukkig gezin is altijd ongelukkig op zijn eigen manier.” Wat bedoelde Tolstoj volgens jou daar nu precies mee?
  2. Lees bron 2 en 3 die informatie geven over Tolstoj en over de roman Anna Karenina. In hoeverre heeft de (fictieve) geschiedenis van Anna overeenkomsten met het verhaal in Liefde, als dat het is?
  3. Herlees de passage op blz. 27-29 (“Sev is alleen thuis… waar zij naar op zoek is.”). Welke kanttekeningen maakt Sev bij de uitspraak van Tolstoj? Vindt zij dat het een juiste gedachte is of niet?
  4. Wat zou Sev (in gedachten) bedoelen met ‘het onderzoeksobject’? Wat of wie is dat? En wat wil Sev dan onderzoeken?


C

  1. Als personages in de roman denken of spreken over het begrip ‘gezin’, wat voor gezinsvorm hebben ze dan voor ogen?
  2. Noteer wat de volgende personages voor gedachten hebben over ‘het huwelijk’ en/of ‘een gezin’:
    - Sev
    - David
    - Terri
    - Lucas


D            

Bekijk nogmaals de vragen die je je naar aanleiding van A gesteld hebt en de mogelijke reacties. Ben je door de opdrachten bij B (de literaire verwijzing en de mogelijke parallellen) en C tot andere inzichten gekomen? Leg uit.