Marcel: Opdracht

Opdracht niveau 5 | Poëtica

Elke kunstenaar, of het nu gaat om een schrijver, een schilder of een danser, maakt kunst vanuit eigen beweegredenen. Voor de een zal de betekenis van kunst vooral liggen in de eigen gevoelens en gedachten die daarin geuit kunnen worden, terwijl de ander kunst vooral ziet als een middel om de mensen wakker te schudden en de wereld om hem heen te veranderen. Voor weer een ander is het enkel te doen om de schoonheid van het kunstwerk zelf. 
Je gaat onderzoeken wat de literatuuropvatting van Mortier is die aan Marcel ten grondslag ligt.

Titel Marcel
Niveau boek niveau 4
Opdracht niveau 5 | poëtica
Studielast 3 uur
Werkvorm individueel
Focus poëtica
Je leert reflecteren op de literatuuropvatting van de schrijver, aan de hand van zijn boek.
Gemaakt door Janneke Blok

A


Lees eerst de Literaire theorie en onderstaande uitspraken van Erwin Mortier. 

  • ‘Kunst heeft de taak om alles wat verdwijnt of in vergetelheid raakt, te bewaren.’
  • ‘Schrijven is iets wat met mezelf te maken heeft. Ik merk dat ik in mij een soort muziek voel, de ritmiek van een verhaal, vaak nog voor er woorden zijn. Ik ben vooral geboeid door schrijvers zoals Maurice Gilliams, die behalve het verhaal dat ze vertellen ook de taal heel lichamelijk kunnen maken.’
  • ‘Als mijn boek de trommel met eigen kinderherinneringen heeft opengetrokken, vind ik dat ook al een aardig compliment.’ 
  • ‘Ik hoop dat toch duidelijk is dat Marcel geschreven is uit genegenheid en uit respect voor het raadsel dat wij mensen zijn.’ 
  • ‘Ik wilde nuances aanbrengen in de gevoelens die in Vlaanderen nog steeds opspelen als het om de oorlog gaat, niet alleen tussen mensen die “fout” en “goed” waren, maar ook onder degenen die behoorden tot wat in België gemeenzaam het zwarte kamp wordt genoemd. Binnen dat zwarte kamp waren degenen, zoals Marcel, die geweigerd hadden de eed van trouw aan Hitler af te leggen, op hun beurt weer de zwarte schapen die met de nek werden aangekeken.’ 
  • ‘In het dorp waar ik vandaan kom, weet iedereen dat ik de kleinzoon ben van iemand die fout is geweest in de oorlog, want mijn grootvader was ook even lid van een Vlaams Nationaal Verbond.’ 


Vraag 1


Leg kort per citaat uit welke van de vier globale literatuuropvattingen daaruit spreekt. Let op: er kan natuurlijk ook sprake zijn van een combinatie van opvattingen!


Vraag 2


Leg vervolgens per uitspraak uit in hoeverre je vindt dat deze literatuuropvatting(en) in Marcel naar voren komt. Beargumenteer je antwoorden met voorbeelden uit het boek.


B



Schrijf aan de hand van Marcel een korte beschouwing (ongeveer 400 woorden) over de poëtica van Erwin Mortier. Maak gebruik van je antwoorden bij A.


(Literaire)theorie



De volgende vier categorieën literatuuropvattingen maken het mogelijk de opvatting van een auteur globaal te typeren. Er kan natuurlijk ook sprake zijn een combinatie van verschillende opvattingen.

  1. Autonomische literatuuropvatting: het literaire kunstwerk zelf staat centraal. Het beoogt niet op de eerste plaats de gedachten en gevoelens van de auteur te uiten, in dienst van het publiek te staan of te verwijzen naar de buitentekstuele werkelijkheid.
  2. Expressieve literatuuropvatting: de auteur staat centraal. Het werk ontleent zijn betekenis vooral aan de persoonlijkheid van de auteur die eruit spreekt.
  3. Pragmatische literatuuropvatting: de lezer staat centraal. Het voornaamste doel van het literaire werk is effecten bij de lezer teweegbrengen, zoals gevoelens oproepen of de lezer kritisch laten nadenken over kwesties die in het verhaal aan de orde worden gesteld.
  4. Mimetische literatuuropvatting: centraal staat de relatie tussen het literaire werk en de buitentekstuele werkelijkheid. Denk bijvoorbeeld aan op waarheid gebaseerde verhalen over de oorlog.