Gijsbreght van Aemstel: Opdracht

Opdracht niveau 5 | Vergelijken poëtica's

Titel Gijsbreght van Aemstel
Niveau boek 5
Opdracht niveau 5 | Vergelijken poëtica's
Studielast 2 uur
Werkvorm individueel
Focus vergelijken poëtica's
Je leert welke opvattingen Vondel in zijn werk vormgaf en hoe de invloed van die opvattingen een rol speelt tot in onze tijd.
Gemaakt door Gosse Koolstra
Bron 1 1. literatuurgeschiedenis.nl | over rederijkers in de Gouden Eeuw
Bron 2 2. ronnydeschepper.com | Ronny De Schepper, 'Gijsbrecht van Aemstel van Joost van den Vondel'
  1. Lees de informatie onder Literaire theorie en Literatuurgeschiedenis. Het fragment 'De roman [...] Maar alleen dan.' wordt beschouwd als W.F. Hermans' poëtica inzake zijn romankunst.
    a. Noteer welke moderne Nederlandse literatuur die jij al hebt gelezen, naar jouw idee voldoet aan deze criteria.
    b. Formuleer je oordeel over Hermans' strenge eis.
  2. Zoek op welke opvattingen over drama Vondel vormgaf. (Zie bron 1 en 2). Vul daarna het schema hieronder in.
  3. Schrijf nu, in ongeveer 500 woorden, een vergelijkende beschouwing over poëticale opvattingen bij Vondel en bij Hermans. Mocht je werk van W.F. Hermans hebben gelezen, dan mag je voorbeelden uit dat werk aanvoeren. Je gebruikt in ieder geval voorbeelden uit Gysbreght van Aemstel.
Opvatting Vormgegeven in Gysbreght? Hoe? Geslaagd / niet geslaagd? + toelichting
eenheid van tijd
eenheid van plaats
eenheid van handeling
held genuanceerd getekend danwel 'personificatie'
andere opvattingen

Literatuurgeschiedenis

Hermans' poëtica (ook wel: zijn literaire credo):
het fragment vanaf 'Ik herinner mij [...]' tot en met 'Maar alleen dan.', op: books.google.nl
[W.F. Hermans, 'De experimentele roman', in: Het sadistisch universum I. Amsterdam, De Bezige Bij, 1964.] 


(Literaire)theorie

Auteurs van literair werk hanteren vaak, impliciet of expliciet, een poëtica, dat wil zeggen een stelsel van opvattingen over hoe kwalitatief hoogstaand literair werk geschreven moet zijn. Hierin worden zij gevormd door opvattingen van hun voorgangers, opvattingen van hun eigen tijd en persoonlijke opvattingen. Zij kunnen gedurende hun werkzaam leven hun poëtica verder ontwikkelen. Vondel is een duidelijk voorbeeld van een literator wiens poëtica zich sterk ontwikkelde door de jaren heen. Was hij aanvankelijk een bewonderaar en volger van Seneca, hij werd steeds meer iemand die zich het sterkst liet beïnvloeden door Horatius en Vergilius die hij beschaafder en humaner achtte. W.F. Hermans heeft zich ontpopt als een auteur die zich toelegde op ideeënromans, als tegenpool van psychologische romans. Thematische samenhang was voor hem van veel groter belang dan psychologische waarschijnlijkheid.