Historie van mejuffrouw Sara Burgerhart: Opdracht

Opdracht niveau 4 | Thematiek

Sara Burgerhart krijgt al vroeg in het boek commentaar op de manier waarop ze zich gedraagt. We gaan ons daar in een paar stappen mee bezighouden. We vergelijken de achttiende-eeuwse opvattingen op dit punt ook met die van nu. De onderdelen van deze opdracht leveren met elkaar het materiaal op voor de slotopdracht: het schrijven van - hoe kan het ook anders - een brief, aan Sara.

Titel Historie van mejuffrouw Sara Burgerhart
Niveau boek niveau 5
Opdracht niveau 4 | Thematiek
Studielast 3 uur
Werkvorm individueel
Focus thematiek
Je leert het thema van de roman kritisch te bekijken, en te verbinden met deze tijd en met je eigen opvattingen.
Gemaakt door Pieter Waalewijn

Opdracht 1

De eerste serieuze kritiek op haar gedrag die Sara moet incasseren, komt van haar hartsvriendin Anna Willis, in brief 12, 16, 23 en 36. Anna verpakt haar kritiek natuurlijk ook in de vorm van 'goede raad'. Inventariseer de punten van kritiek en de argumenten van Anna.


Opdracht 2

Natuurlijk verdedigt Sara zich tegen deze kritiek. Daar begint ze eigenlijk al mee nog voordat ze een brief van Anna ontvangen heeft: zie brief 4, waarop Anna antwoordt in brief 12. Zie verder Sara's brieven 13, 14, 22, 26, 34 en 37. Inventariseer de argumenten waarmee Sara haar manier van leven verdedigt.


Opdracht 3

      a. Wat vind jij van Anna's commentaar? Heeft ze een punt in haar kritiek en adviezen? Is haar bezorgdheid reëel of overdreven?
      b. Wat vind jij van Sara's reactie? Komt ze terecht voor zichzelf op of houdt ze zichzelf voor de gek? Is Sara misschien te naïef, zoals Anna's moeder in brief 15 schrijft?


Opdracht 4

      a. Wat de schrijfsters Wolff en Deken van Sara's gedrag vinden, hebben zij met zoveel woorden laten weten in de 'Voorrede bij de eerste druk'. Ook de gebeurtenissen later in de roman - zie Sara's verhaal in brief 139 - verraden hun visie. Lees de genoemde passages nog eens, en noteer de opvattingen die de schrijfsters naar voren brengen.
      b. De genoemde Voorrede is gericht aan 'Nederlandsche Juffers' van een jaar of 18, 19 - dus nét iets jonger dan Sara. Welke les zouden die juffers uit dit boek moeten trekken?
      c. Zit er voor jongens ook een boodschap in dit boek? Is er, volgens Sara Burgerhart, een verschil tussen hoe meisjes en hoe jongens zich behoren te gedragen?


Opdracht 5

Sara zou in onze tijd misschien een uitgaanstype of een feestbeest worden genoemd.

      a. Zijn de waarschuwingen en adviezen die je bij vraag 1 en 4 bent tegengekomen, nog van toepassing op het uitgaan nu, of is het allemaal maar ouderwets gezeur?
      b. Is er in onze tijd nog verschil tussen hoe meisjes en hoe jongens zich moeten gedragen?
      c. Het lijkt wel eens alsof er in onze tijd een dubbele moraal heerst: een meisje dat erop los leeft, wordt al gauw een sletje genoemd, terwijl een jongen met hetzelfde gedrag stoer wordt gevonden. Of zoals een artikel in het tijdschrift Jan van mei 2013 (p. 96-100) in de titel zegt: 'Overspelige mannen zijn boefjes, vrouwen eigenlijk een beetje sneu.' Vind jij dat er voor jongens en voor meisjes verschillende regels gelden? Hoe normaal is het dat we met twee maten meten?


Opdracht 6

Schrijf een brief van ten minste 500 woorden aan Sara Burgerhart over de kwestie hoe jongens en meisjes zich horen te gedragen. Reageer daarbij ook nadrukkelijk op uitspraken die door Anna of door haarzelf gedaan worden. Maak gebruik van je antwoorden op vraag 1 t/m 5. Je mengt je hiermee in de discussie die in de roman gevoerd wordt. Geef bij jouw brief aan waar je hem in de roman zou willen invoegen: tussen nummer … en …
Uiteraard schrijf jij vanuit de eenentwintigste eeuw, en gewoon in modern Nederlands.