La Superba: Opdracht

Opdracht niveau 4 | Stijl

Pfeijffer heeft met La Superba verschillende literaire prijzen binnengesleept. De leukste is zondermeer de Tzum-prijs 2014.

Titel La Superba
Niveau boek niveau 5
Opdracht niveau 4
Studielast 2 á 3 uur
Werkvorm individueel
Focus stijl
Je leert reflecteren op de stijl van de roman
Gemaakt door Pieter Waalewijn
Bron 1 'Met zin uit La Superba wint Ilja Leonard Pfeijffer voor de tweede maal de Tzum-prijs'
Bron 2 archief Tzum-prijs
Bron 3 dankwoord Pfeijffer (staat onder het Juryrapport E. du Perronprijs 2015); lees hiervan alleen de eerste drie alinea’s.
Bron 4 nominaties voor de Tzum-prijs

Vraag 1

Lees bron 1. Noteer wat de Tzum-prijs inhoudt, en waarvoor Pfeijffer deze prijs gekregen heeft; neem de winnende zin over.


Vraag 2

Er waren, blijkens het Tzum-archief (bron 2), nog vier andere zinnen uit La Superba genomineerd. Kopieer die vier zinnen, en geef kort commentaar op deze selectie en op de keus van de jury voor de winnende zin.


Vraag 3

De eerste zin van hoofdstuk 10 (p. 36-40) zou Pfeijffer meer opgeleverd hebben, maar die heeft het dus niet gehaald.

a. Herlees dit hoofdstukje met speciale aandacht voor de stijl, en geef commentaar op Pfeijffers manier van schrijven in dit hoofdstuk; geef voorbeelden. (Onder Literaire theorie vind je wat concrete aanwijzingen.) 

b. Kies een zin uit dit hoofdstuk die jij wel had willen nomineren voor de Tzum-prijs. Neem de zin helemaal over en licht je keus kort toe.


Vraag 4

Een meisje uit 5vwo schreef op deleesfabriek.nl het volgende over de stijl van La Superba:
'Dat Pfeijffer een dichter is, merk je aan de vele vergelijkingen die hij gebruikt, dat hij ook een classicus is, wordt duidelijk door de complexe zinsopbouw en de stijlmiddelen, die klassieke dichters en schrijvers graag gebruiken. De stad wordt vaak vergeleken met een vrouw en de gevoelens van Leonardo worden filosofisch benaderd. De stijl is erg moeilijk en alleen geschikt voor een gevorderd lezer. Wat ik vooral het lastigst vond, was dat hij veel moeilijke woorden gebruikt, die ik soms niet eerder had gezien. (…) Ik vond La Superba een heel mooi boek, maar omdat het van zo’n hoog niveau is, moest ik soms op dezelfde manier lezen als wanneer ik een Latijnse tekst lees.'

a. Geef een paar voorbeelden van zulke dichterlijke vergelijkingen in La Superba.

b. Geef ook een voorbeeld van klassiek-complexe zinsbouw in deze roman, en van die klassieke stijlmiddelen.

c. Ben je het eens met de uitspraken van deze leerling over de stijl van La Superba? Herken je haar ervaring dat het soms was alsof je een moeilijke klassieke tekst aan het lezen was? Leg uit.


Vraag 5

In 2015 heeft Pfeijffer de E. du Perronprijs gekregen voor de dichtbundel Idyllen, het pamflet Gelukszoekers en zijn columns in nrc.next. In zijn dankwoord bij de prijsuitreiking (bron 3) heeft hij zich ook uitgesproken over stijl (versus inhoud).  

a. Hoe belangrijk vindt Pfeijffer stijl, als je op zijn uitspraken hier afgaat?

b. Hoe belangrijk vind jij de stijl van La Superba voor de indruk die het boek op jou heeft gemaakt? Motiveer je antwoord.


Vraag 6

Ten slotte: op de site van Tzum vind je ook de nominaties van het lopende jaar: zie bron 4. Welke zin is voor jou favoriet? 
NB Als je een boek uit het afgelopen jaar gelezen hebt en daarin een mooie zin bent tegengekomen, kun je die nog nomineren voor deze prijs! 


(Literaire) theorie

In Basisboek literatuur worden de volgende elementen genoemd die de eigen stijl van een schrijver kunnen bepalen: 

opvallende zinslengte, hoeveelheid dialoog, hoeveelheid beeldspraak, bijvoeglijke naamwoorden, (hyper)modern taalgebruik, neologismen en archaïsmen, woorden uit andere talen, ironie, sarcasme en cynisme, bijzonder (in)formeel taalgebruik, clichés, herhaling, groepstaal.

(Joke van Balen e.a., Basisboek literatuur, Groningen, Uitgeverij kleine Uil, 2009, p. 127-129.)