Max Havelaar: Opdracht

Opdracht niveau 6 | Werkelijkheid en fictie

Titel Max Havelaar
Niveau boek niveau 5
Opdracht niveau 6 | Werkelijkheid en fictie
Studielast 3 uur
Werkvorm individueel
Focus werkelijkheid en fictie
Je leert reflecteren op de relatie tussen fictie en werkelijkheid.
Gemaakt door Jannet Oosterhuis
Bron 1 literatuurgeschiedenis.nl | 'Max Havelaar'
Bron 2 literatuurgeschiedenis.nl | 'Dat bliksems knappe boek: Max Havelaar'
Bron 3 literatuurgeschiedenis.nl | 'Multatuli (Eduard Douwes Dekker)'

Droogstoppel steekt zijn afschuw van verzinsels niet onder stoelen of banken. Na zijn beroemde introductie zegt hij in de tweede zin van de roman: 'Het is myn gewoonte niet, romans te schryven, of zulke dingen' en later op de eerste pagina: 'en ik sta verbaasd over de onbeschaamdheid waarmede een dichter of romanverteller u iets op de mouw durft spelden, dat nooit gebeurd is, en meestal niet gebeuren kan.' (p. 7)
Bij zijn eigen zakelijke brief, in het tweede hoofdstuk, blijft Droogstoppel tussen de regels door benadrukken: 'Dit alles is de zuivere waarheid, lezer!' (p. 13)
Dit staat in schril contrast met de gedichten uit het pak van Sjaalman: 'Alles leugens en gekheid!' (p. 21)
In hoofdstuk 17 is een andere verteller aan het woord. Na het verhaal van Saïdjah en Adinda lees je: 'Ja, een bekentenis, lezer! Ik weet niet of Saïdjah Adinda liefhad. Niet of hy naar Batavia ging. Niet of hy in de kampongs werd vermoord met nederlandse bajonetten.' (p. 215)

Al deze uitspraken die te maken hebben met fictie en werkelijkheid staan in Max Havelaar, een roman. Schrijf een beschouwing waarin je deze uitspraken met elkaar in verband brengt. Gebruik daarvoor 700-1000 woorden. Lees ter inspiratie eerst een of meer van onderstaande bronnen.