Moenie kyk nie: Opdracht

Opdracht niveau 4 | Leidmotieven

Lees de opdracht door voordat je het boek leest.

Opvallend in Moenie kyk nie zijn alle beschrijvingen die met zintuiglijke waarnemingen te maken hebben.

Titel Moenie kyk nie
Niveau boek niveau 5
Opdracht niveau 4 | Leidmotieven
Studielast 3 uur
Werkvorm individueel
Focus leidmotieven
Je leert de betekenis van verwante motieven en leidmotieven in een roman vaststellen.
Gemaakt door Gosse Koolstra
Bron 1 dbnl.org | interview met Henk van Woerden
Bron 2 dbnl.org | Van Woerden vertelt
Bron 3 dbnl.org | 'Fate decided otherwise'
Bron 4 dbnl.org | 'Gelooft u in de voorzienigheid?'
Bron 5 literairnederland.nl | over Van Woerdens biografie
Bron 6 dbnl.org (hiervan alleen het tweede deel; het eerste deel gaat over De virtuoos van Margriet de Moor)
Bron 7 Joke van Balen e.a., 'Basisboek literatuur', Groningen, Uitgeverij kleine Uil, 2009, p. 113-114
Bron 8 cambiumned.nl | literaire begrippen

Vraag 1

Welke van de vijf zintuigen worden door Van Woerden nadrukkelijk gebruikt in zijn roman? Breng een rangorde aan van vaak/belangrijk naar minder vaak/minder belangrijk. (Pas de in het schema gegeven volgorde dus zo nodig aan.)


Vraag 2

Geef van ieder zintuig twee passages weer waarin dit een rol speelt.


Vraag 3

Gebruik het schema hieronder om bij ieder zintuig een 'begrippenveld', een aantal verwante begrippen die in de roman worden gebruikt, te inventariseren.


Vraag 4

Gebruik het schema vervolgens om van ieder zintuig de betekenis, het gevoel dat erbij hoort, weer te geven.


Vraag 5

Het belangrijkste zintuig, zien, heeft alles te maken met Van Woerdens handicap en met zijn dubbelkunstenaarschap. Leg de thematische betekenis uit van zien / waarnemen in Moenie kyk nie. Verken hiervoor de bronnen 1 t/m 6.


Vraag 6

Schrijf nu een artikel van circa 300 woorden waarin je de betekenis van zintuiglijke waarnemingen in Moenie kyk nie verduidelijkt. Gebruik hierbij het theoretische begrippenkader van bron 7 en 8.


Schema
 

zintuig 'begrippenveld' betekenis/gevoel
zien
voelen pijn, droogte, ...
horen
proeven
ruiken