Terug naar Oegstgeest: Opdracht

Opdracht niveau 5 | Beeldspraak en betekenis

Je hebt vast al (veel) meer Nederlandse literatuur gelezen dan Terug naar Oegstgeest, dat niet zo'n beginnersboek is. Het zal je zijn opgevallen dat het taalgebruik in die verschillende boeken heel verschillend kan zijn. Misschien had je een bepaalde verwachting van het werk van Jan Wolkers, omdat er over hem en zijn werk altijd wat speciaal wordt gepraat. Veel seks, heel realistisch, alle taboes worden doorbroken, ruige gebeurtenissen. Wat in ieder geval opvallend is, is zijn taalgebruik. Als je er goed op let, zie je dat hij heel veel beelden, geuren, kleuren en vormen gebruikt. Misschien komt dat wel doordat hij in de eerste plaats een beeldend kunstenaar was; hij voelde zichzelf het meest beeldhouwer. Je gaat nu op zoek naar alle vormen van beeldend taalgebruik die er in het verhaal voorkomen. Lees daarvoor eerst de bron, dan de Literaire theorie begin daarna aan de opdrachten.

Titel Terug naar Oegstgeest
Niveau boek niveau 5
Opdracht niveau 5 | Beeldspraak en betekenis
Studielast 2 uur (+ 2 uur verdieping, optioneel)
Werkvorm individueel
Focus beeldspraak en betekenis
Je leert dat een schrijver met zijn beeldend taalgebruik een heel nieuwe betekenislaag kan aanbrengen.
Gemaakt door Gosse Koolstra
Bron 1 cambium.ned | beeldspraak

A

Vraag 1

Zoek op internet naar informatie over Jan Wolkers als beeldhouwer.


Vraag 2

Schrijf een korte biografie (max. 200 woorden) over hem als beeldhouwer / kunstschilder.


B

Vraag 1

Noteer ten minste twintig voorbeelden van beeldspraak uit Terug naar Oegstgeest in onderstaand schema.


Vraag 2

Noteer daarachter tot welke soort beeldspraak de voorbeelden behoren. Gebruik de begrippen uit de Literaire theorie en bron 1.


Vraag 3

Noteer in de derde kolom welke betekenis het beeld geeft aan de omschrijving. Voorzie die betekenis van een + of - om aan te geven of je die positief of negatief vindt.


Vraag 4

Wat valt je nu op? Zijn er in de middelste kolom opvallend vaak gebruikte soorten? Of gebruikt Wolkers alle mogelijke soorten van beeldspraak?
 

Beeld /vorm van beeldspraak Soort (begrip uit de theorie) Betekenis is context (omschrijving en kwalificatie + of -)
1 Vergelijking (p. 9) van kamer waarin grootvader op foto zit met hut in een boomkruin of roef van de ark Vergelijking met 'als' De grootvader en de plek waar hij zit, worden vergeleken met de Bijbelse Noach en diens 'Ark van Noach'. + (indrukwekkend)
2
3



Verdieping

Vraag 1

Zijn je bepaalde kleuren en vormen die Wolkers vaak gebruikt, opgevallen? Zo nee, blader dan nog eens door het boek en let er speciaal op.
Hebben die op dezelfde wijze als de beeldspraak ook een positieve of negatieve betekenis?


Vraag 2

Denk nu goed terug aan eerder gelezen boeken. Met welk boek uit de Nederlandse literatuur dat jij gelezen hebt, vind je het taalgebruik van Wolkers in groot contrast? Heb je ook boeken gelezen die je verwant vond in taalgebruik? Beargumenteer je antwoord.

(Literaire)theorie

'Vormen van beeldspraak', in: Joke van Balen e.a., Basisboek literatuur. Groningen: Uitgeverij kleine Uil, 2009, p. 169-174.