Willem die Madoc maakte: Opdracht

Opdracht niveau 4 | Vrouwen

Titel Willem die Madoc maakte
Niveau boek niveau 5
Opdracht niveau 4 | Vrouwen
Studielast 3 uur
Werkvorm Individueel
Focus Middeleeuwse literatuur
Je leert enkele elementen van de middeleeuwse literatuur te onderzoeken.
Gemaakt door Pieter Waalewijn
Bron Bron 1
Bron 2
Bron 3
Bron 4: Beatrijs

In Willem die Madoc maakte komt ontzettend veel aan de orde. Uit die veelheid kiezen we drie elementen met één gemeenschappelijk kenmerk: het gaat over vrouwen. 


A

In hoofdstuk 3 (‘Onder edelen’), met name paragraaf 4-6, zie je dat er beweging is in de man/vrouw-verhouding.

  1. Beschrijf de twee uitersten in de denkbeelden over vrouwen die je in de genoemde paragrafen van dit hoofdstuk aantreft.
  2. Waar tussen deze uitersten bevindt Madoc zich?
  3. Lees bron 1 en leg een verband met je antwoorden op vraag 1 en 2.  


B

In hoofdstuk 9 (‘Orewoet van minnen’) ontmoet Madoc een heel bijzondere vrouw: Hadewijch. Lees bron 2 en 3 om haar beter te leren kennen.
In hoeverre klopt het beeld dat in Willem die Madoc maakte van Hadewijch wordt geschetst (hoofdstuk 9-11) met de indruk die je uit deze bronnen opdoet?


C

Op p. 78-79 wordt het verhaal van Beatrijs naverteld. Misschien heb je deze bekende Marialegende uit de middeleeuwen gelezen – te vinden op deze site op N4; zie ook bron 4 (middeleeuwse tekst en vertaling). Uit de manier waarop magister Arnulf het verhaal vertelt blijkt dat hij alleen de eerste versie van Beatrijs kent, die eindigde bij regel 864.
Toon aan dat Beda’s reactie op p. 79 weerspiegeld wordt in de eerste uitbreiding van de oorspronkelijke legende, regel 865-911. (Bij r. 912 begint een tweede uitbreiding van de middeleeuwse tekst; die laten we hier buiten beschouwing. Overigens is er ook discussie over de vraag of het wel echt zo is dat Beatrijs een oorspronkelijk, een tweede en een derde slot heeft; ook dat laten we nu verder buiten beschouwing.)