Lucifer: Opdracht

Opdracht niveau 5 | Literaire kritiek

Titel Lucifer
Niveau boek Niveau 6
Opdracht Niveau 5 | Literaire kritiek
Studielast 3 á 4 uur
Werkvorm Individueel
Focus Literaire kritiek
Je leert Naar aanleiding van literaire kritiek op Lucifer zelf te oordelen over keuzes die Vondel heeft gemaakt.
Gemaakt door Gosse Koolstra
Bron 1 J.R. van Wijk, 'Inleiding bij Lucifer' (alleen het eerste deel, tot 'De inhoud van het drama')
Bron 2 'Vondels dramatiek door L. Simons' (zie vooral p. 35-40 en 75-80)
Bron 3 'Lucifer' (korte bewerking door scholieren)

A

Opdracht 1

a.    Stel je voor dat je Lucifer als toneelstuk zou gaan zien. Hoe aantrekkelijk zou je het stuk dan vinden? Geef je oordeel als cijfer op een schaal van 1 tot 10.
b.    Licht je oordeel toe met vier verschillende argumenten: twee inhoudelijke en twee toneelmatige.

Inhoudelijk: in welke mate werd je geboeid door de inhoud, wendingen hierin, afloop?
Toneelmatig: hoe vond je de manier van uitbeelden?

B


De officiële literaire kritiek op Lucifer richt zich op twee aspecten: Vondel zou zich niet aan de eis van de drie eenheden hebben gehouden en hij zou te weinig gebruik gemaakt hebben van actie. Eerst de eenheden. Lees bron 1.

Opdracht 1

Zoek informatie op over de eenheid van tijd, plaats en handeling. Noteer wat ze inhouden.

Opdracht 2

Welke kritiek heeft de schrijver van bron 1 met betrekking tot de drie eenheden?

C

Nu de kritiek op de dramatische vormgeving. Lees de tekst onder Literatuurgeschiedenis, vervolgens bron 2. 

Opdracht 1

Beschrijf de kritiek van Simons en anderen op plaats en functie van actie in Vondels werk.

Opdracht 2

Geef je oordeel over deze kritiek. Wat vind jij?

D

Bekijk bron 3.

Opdracht 1

Noteer welke hoofdhandelingen hier zijn vormgegeven.Wat zou Vondel liever anders hebben gezien?

Opdracht 2

Wat zou de literaire kritiek liever anders hebben gezien?

Opdracht 3

Wat mis jij?

Opdracht 4

Wat vind jij sterker?

Opdracht 5

Vergelijk het slot van Vondels Lucifer met het slot van deze uitvoering.

Opdracht 6

Beschrijf het verschil en geef daar een oordeel over.

Literatuurgeschiedenis

In 1641 werd Jan Vos' Aran en Titus opgevoerd, een gewelddadig toneelstuk vol bedrog, moord en verkrachting. Aan het eind van het spel liggen er twaalf lijken op het toneel. Het publiek, inclusief de culturele elite, vond het prachtig. Maar het betekende meteen ook afname van Vondels populariteit. Er deed zich daarbij een vreemd verschijnsel voor: men kocht Vondels toneelstukken graag (de eerste druk van duizend exemplaren van Lucifer was in één week uitverkocht!), maar het schouwburgbezoek aan zijn stukken nam af. Blijkbaar werd Vondel meer gewaardeerd om zijn hoogstaande ideeën dan om zijn dramatische gaven.