Schemerleven: Opdracht

Opdracht niveau 3 | Waardering

Enkele bronnen bij deze opdracht zijn recensies die je op LiteRom kunt vinden. Voor het gebruik van LiteRom geldt: je moet lid zijn van de plaatselijke bibliotheek; dan kun je inloggen met je bibliotheekaccount. 

Titel Schemerleven
Niveau boek niveau 2
Opdracht niveau 3 | Waardering
Studielast 2 uur
Werkvorm Individueel
Focus Recensies van het werk van Robben
Je leert recensies beoordelen en een eigen oordeel vellen over een roman.
Gemaakt door Jan Erik Grezel
Bronnen Bron 1: recensie Karla de Greeve
Bron 2: recensie Maarten Steenmeijer (op LiteRom)
Bron 3: recensie Thomas de Veen (op LiteRom)

Recensenten hebben een wisselend oordeel over Schemerleven. De een is laaiend enthousiast, de ander wijst op gebreken van de roman. Bij deze opdracht verwoord je je eerste indruk of oordeel. Daarna lees je minimaal drie recensies. Je heroverweegt dan je oordeel: blijf je bij wat je eerder vond of moet je je oordeel herzien? 


A

  1. Noteer voor jezelf in het kort je eerste oordeel na lezing van Schemerleven. Benoem daarbij zo mogelijk iets over:
    - de structuur
    - de chronologie
    - de inhoud / het concrete verhaalgegeven
    - het vrouwelijke perspectief
    - de thematiek
    - de stijl
    - de maatschappelijke relevantie
    - overige zaken, zoals de omslagillustratie en de titel
  2. Misschien heb je andere boeken van Robben gelezen, zoals Birk (2014) of Zomervacht (2018). Als dat niet zo is, lees dan informatie over die boeken, zodat je weet waar ze over gaan. Beide boeken staan ook op deze site, op N3; je kunt daar dus ook informatie over het werk van Jaap Robben vinden.
    Vergelijk deze eerdere boeken met Schemerleven. Waarin zie je parallellen tussen zijn laatste boek en eerder werk? Waarin schuilen de verschillen?
  3. Probeer nu in een paar zinnen een eigen oordeel over de roman Schemerleven te geven.

 
B

  1. Lees bron 1, 2 en 3. Maak korte aantekeningen van de beoordelingen.
  2. Op welke punten zijn de recensenten het met elkaar (on)eens?
  3. Hoe kijk jij tegen deze oordelen aan? Ben je het ermee eens of juist niet? Of misschien enigszins?
  4. Bekijk nog eens wat je bij A1 en A3 hebt genoteerd. Moet je je oordeel of mening aanpassen? Als dat zo is, hoe komt het dat je je laat beïnvloeden door het oordeel van anderen? Als dat niet het geval is, hoe komt het dat je je niet laat beïnvloeden door de positieve of negatieve recensies?