De honden: Opdracht

Opdracht niveau 3 | Werking van literatuur

Titel De honden
Niveau boek niveau 3
Opdracht niveau 3 | Werking van literatuur
Studielast 1 uur
Werkvorm twee- of meertallen
Focus werking van literatuur
Je leert welke invloed een boek op jouw opvattingen kan hebben.
Gemaakt door Jildau Vrieswijk, naar een idee van Martijn Koek

Maak opdracht A voordat je gaat lezen!

A (ca. 15 minuten)

Discussieer over de onderstaande uitspraken. Probeer tot een gezamenlijk standpunt te komen en noteer dat.

  1. Mensen kunnen een zesde zintuig hebben en op die manier met geesten communiceren.
  2. Mensen kunnen een imaginaire vriend hebben om een trauma te verwerken.


B (ca. 45 minuten)


Vraag 1

In het boek krijg je het verhaal te zien door de ogen van Cameron. Je weet dus heel goed wat hij voelt en denkt, maar je weet weinig over de andere personages. Deze mensen leer je immers via Cameron kennen. Stel je voor dat Cameron, zijn moeder, buurman Sinclair en klasgenoten Benjie en Cody over bovenstaande stellingen moesten discussiëren. Wat zou dan hun mening zijn? Noteer hun meningen bij beide stellingen in het schema. Leg kort uit waarom je denkt dat de personages zo zouden reageren op de stellingen.

Vraag 2

Heeft De honden je standpunt over de stellingen bij opdracht A veranderd? Zo ja, leg uit wat er is veranderd. Zo nee, leg uit waarom je bij je standpunt bent gebleven.

In een interview heeft Allan Stratton gezegd: 'Sommige lezers zullen denken dat er een Jackygeest is. Anderen zullen vinden dat Cameron hem heeft opgeroepen uit zijn eigen angsten en innerlijke conflicten. Die spanning is doelbewust. Als iemand me vraagt of er écht een geest is, moet ik een beetje lachen en zeg ik alleen: 'Cameron denkt van wel.''


Vraag 3

Wat denk jij? Bestaat de Jackygeest of heeft Cameron Jacky verzonnen om met zijn angsten en innerlijke conflicten om te gaan? Leg je antwoord uit.