De jongen in de gestreepte pyjama: Opdracht
Opdracht niveau 4
Titel | De jongen in de gestreepte pyjama |
---|---|
Niveau boek | niveau 3 |
Opdracht | niveau 4 |
Studielast | 2 à 3 uur |
Werkvorm | individueel |
Focus | motieven |
Je leert | motieven herkennen en begrijpen. |
Gemaakt door | Marlies Schouwstra |
Bron | Zie ook: Joke van Balen e.a., Basisboek literatuur. Uitgeverij kleine Uil, Groningen, 2009, pp. 113-114 |
Vraag 1
Maak een korte samenvatting op verhaalniveau. Je mag hierbij gebruik maken van internetbronnen; vergeet in dat geval niet je bronnen duidelijk te vermelden!
Vraag 2
Bestudeer de Literaire theorie. Noteer zo veel mogelijk motieven die je zijn opgevallen.
Vraag 3
Lees enkele boekverslagen over De jongen in de gestreepte pyjama op Scholieren.com. Maak een lijst van motieven die in de verslagen worden genoemd. Zorg dat je ten minste 20 motieven noteert.
Vraag 4
Leg je lijstjes van vraag 2 en 3 naast elkaar en schrap de motieven die volgens jou NIET duidelijk herkenbaar in de roman voorkomen.
Vraag 5
Probeer nu een aantal abstracte motieven en een grondmotief te verwoorden.
(Literaire) theorie
Motieven Een motief is een element dat meerdere keren herhaald wordt. Daardoor vallen ze op en word je als lezer op het spoor gezet van waar het in het boek om gaat. In de literatuurwetenschap wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende soorten motieven.
Verhaalmotieven worden ook wel aangeduid als concrete motieven. Ze bevinden zich in de verhaallaag, ze zijn zichtbaar in het verhaal.
Abstracte motieven komen niet expliciet in het verhaal voor, maar die moet je zelf afleiden en proberen te verwoorden. Vaak gaat het om vrij algemene begrippen, zoals eenzaamheid, eeuwigheid, liefde, verlies, verslaving, etcetera.
Een grondmotief is de visie die uit een roman spreekt en die je vaak wel in één zin kunt formuleren. Vaak zijn er meerdere mogelijkheden. Daarom is het belangrijk dat je argumenten kunt aandragen voor het grondmotief dat jij hebt geformuleerd.
Een leidmotief, ten slotte, is een steeds terugkerend element. Dat kan een kleur, een bepaalde zin of zinsdeel, een voorwerp, een symbool of handeling zijn. Een leidmotief kan een eigenschap van een bepaald personage benadrukken, maar ook verwijzen naar het grondmotief.