A

1. Heb jij alleen vrienden van je eigen leeftijd of heb je ook een vriend die veel ouder dan je is, bijvoorbeeld je opa of iemand die bij je in de buurt woont?

2. Iedereen kan zich aanmelden om een ‘maatje’ te worden. Een organisatie koppelt je dan aan iemand die er behoefte aan heeft om bijvoorbeeld samen met iemand te wandelen, lezen, kletsen, sporten of winkelen. Zou dit iets voor jou zijn? Leg je antwoord uit.

B

1. In eerste instantie zijn Allison en Marla vreemden voor elkaar. Maak een tekening of zoek een passende afbeelding van zowel Allison als Marla. Schrijf bij beide personen minimaal tien kenmerken op, zodat je een goed totaalbeeld van ze maakt.

2. Op het eerste gezicht hebben Allison en Marla niets met elkaar gemeen. Toch vinden ze aansluiting bij elkaar. Vul onderstaande tabel verder in en geef zelf nog minimaal drie andere voorbeelden.

3. Een grote tegenstelling tussen Allison en Marla is dat Allison probeert om haar verleden te vergeten, terwijl Marla haar verleden heel graag zou willen kunnen onthouden.
a. Hoe helpt Marla Allison bij het vergeten van haar verleden?
b. En hoe helpt Allison Marla bij het onthouden van haar verleden?

4. Leg uit op welke manier Marla Allison nog meer heeft geholpen.

5. Leg uit op welke manier Allison Marla nog meer heeft geholpen.

C

1. Als Marla even oud was geweest als Allison, had Allison vast niet geprobeerd bevriend te raken met Marla. Waarschijnlijk had Allison zich hiervoor niet opengesteld. Waardoor komt het dat de twee in het verhaal wel bevriend zijn geraakt? Leg je antwoord uit.

2. Voor wie is de vriendschap tussen Allison en Marla het belangrijkst, denk je? Voor Allison, voor Marla of voor allebei evenveel? Leg je antwoord uit.