Mijn allerliefste vijand: Opdracht
Opdracht niveau Start | Hoofdpersoon
Interview
De schrijfster heeft dezelfde ziekte als Femke gehad. Ze heeft dit boek geschreven om de ziekte bekend te maken. Ze wil ook dat andere mensen iets van dit boek kunnen leren. Stel, de schrijfster komt bij jou in de klas om over haar boek te vertellen. Jij mag haar voorstellen aan de klas. Daarna mag je haar ook vijf vragen stellen.
Titel | Mijn allerliefste vijand |
---|---|
Niveau boek | niveau 1 |
Opdracht | niveau Start | hoofdpersoon |
Studielast | 1 à 2 uur |
Werkvorm | deze opdracht maak je alleen |
Focus | hoofdpersoon |
Je leert | je inleven in de hoofdpersoon |
Gemaakt door | Jildau Vrieswijk |
Vraag 1
Schrijf een korte tekst (ongeveer 50 woorden) waarin je Milou voorstelt. Wie is Milou? Waarom heeft ze dit boek geschreven? Waarover gaat het boek? Je mag het stukje hierboven niet overschrijven, maar je mag wel dingen opzoeken.
Vraag 2
Verzin vijf vragen die je aan Milou wil stellen. Het antwoord op de vraag mag niet alleen maar ja of nee zijn.
Vraag 3
Verzin de antwoorden die Milou zou kunnen geven. Ze wil dat je klasgenoten echt iets leren over anorexia. Je antwoorden bestaan uit minimaal 30 woorden.
Vraag 4
Schrijf een korte tekst (ongeveer 50 woorden) om het interview af te sluiten. Vertel hierin aan Milou en je klasgenoten wat je van het boek vond.