De eetclub: Opdracht
Opdracht niveau 1 | Peronages
Let op: deze opdracht maak je tijdens het lezen van het boek.
In De eetclub overlijden twee mensen: Evert en Hanneke. Al snel wordt duidelijk dat dat geen ongelukken waren. Net als de hoofdpersoon Karen van der Made weet je niet wie deze mensen vermoord heeft en je begrijpt ook niet wat de reden van de moorden is.
Karen gaat niet erg gestructureerd te werk bij haar zoektocht naar de dader. Dat kun jij veel beter. Verplaats je voor deze opdracht in Karen en doe net alsof je een rechercheur bent bij de politie.
Titel | De eetclub |
---|---|
Niveau boek | niveau 1 |
Opdracht | niveau 1 | Personages |
Studielast | 2 uur |
Werkvorm | individueel |
Focus | personages |
Je leert | reflecteren op de beweegredenen van de personages. |
Gemaakt door | Cilla Geurtsen |
Vraag 1
Maak vanaf het moment dat je begint te lezen van de volgende hoofdpersoon een persoonsschets: Angela Bijlsma, Kees Bijlsma, Ivo Smit, Patricia Vogel, Simon Vogel, Babette Struyck en Michel Brouwers. Voor elk personage vul je tabel 1 in. Zo bouw je als het ware per personage een politiedossier op.Noteer ook steeds de nummers van de pagina's waarop je informatie hebt gevonden.
Vraag 2
Ondertussen ga je je ook afvragen wie voor jou de hoofdverdachte is. Dat doe je vier keer tijdens het lezen. Vul tabel 2 in.
Vraag 3
Pas in de laatste hoofdstukken kom je erachter wie de dader is. Noteer wie de dader is en waarom diegene de moord heeft gepleegd. Geef vervolgens antwoord op één van de volgende twee vragen.
Optie A Heb je de dader meerdere keren als hoofdverdachte genoemd? Bedenk drie manieren waarop de schrijfster je meer op het verkeerde been had kunnen zetten. (maximaal 100 woorden)
OF
Optie B Had je de dader helemaal niet op het oog als verdachte? Noem drie manieren waarop de schrijfster ervoor zorgt dat je niet weet wie de moorden gepleegd heeft. (maximaal 100 woorden)
Tabel 1
Naam | Angela Bijlsma | Vindplaats (noteer pagnr.) |
---|---|---|
Uiterlijk | ||
Karakter | ||
Beroep | ||
Heeft stiekem een hekel aan | ||
Verhouding tot Evert | ||
Verhouding tot Hanneke | ||
Motieven voor moord op Evert | ||
Motieven voor moord op Hanneke |
Tabel 2
Naam | Redenen (minstens 50 woorden) | |
---|---|---|
Op p. 50 is mijn hoofdverdachte: | ||
Op p. 100 is mijn hoofdverdachte: | ||
Op p. 150 is mijn hoofdverdachte: | ||
Op p. 200 is mijn hoofdverdachte: |