Klem: Opdracht

Opdracht niveau 1 | Personages

Let op: opdracht A kun je tijdens het lezen maken.

In Klem komen veel personen voor. Het is best moeilijk om ze uit elkaar te houden en te onthouden wie wie is. In deze opdracht ga je een overzicht van de personages maken.

Titel Klem
Niveau boek niveau 1
Opdracht niveau 1 | Personages
Studielast 1 uur
Werkvorm individueel
Focus personages
Je leert een overzicht maken van de personen die in het verhaal voorkomen.
Gemaakt door Marlies Schouwstra
Download Klem_opdr1 (22 kb)

A

Download de bijlage.

  1. Welke persoon moet volgens jou in het blauwe rondje in het midden komen? Waarom? Zoek een plaatje dat bij hem/haar past en plak dat erin.

  2. Noteer de namen van de andere personen op de juiste plek: bij ‘Leerlingen’, ‘Docenten’ of ‘Personen die op Vlieland wonen’. Leg je ook kort uit wie ze zijn. We hebben het voorgedaan in het schema.

  3. Controleer of je alle personen een plekje hebt gegeven en voeg de personen toe die je was vergeten.

    Annabel – Anneke – Benny Jongstra – Ella Bruins – Floris – Frank Berendschot – Harriët Aarsman – Juno – Kiki – Lotte – Milan – Nynke – Peter – Pieter Vos – Remi Pouw – Rob de Vries – Sara – Sjoerd Kiemstra – Thomas Rijsterbos – Tony


B

Gebruik je antwoorden op de A-vragen bij het beantwoorden van de vragen hieronder.

  1. Veel personages hadden een motief (reden) om de moord te plegen. Schrijf de namen van vijf personages onder elkaar en noteer erachter wat hun reden is.

  2. Uiteindelijk kom je erachter wie de moord had gepleegd.

    a. Welke signalen had je eerder gekregen dat deze persoon de dader was?

    b. Was je verbaasd toen je in de gaten kreeg wie de moord had gepleegd? Hoe komt dat?