A 

1. Heb jij weleens moeite gehad met het maken van een keuze? Om welke keuze ging dat? Leg je antwoord uit.

2. Wat helpt jou bij het maken van moeilijke keuzes? Doe je dat het liefst in je eentje of bespreek je ze bijvoorbeeld met een vriend(in), ouder of docent?   

B

1. Freddie en Truus bespreken met hun moeder of ze zich wel of niet zullen aansluiten bij de verzetsgroep van Frans van der Wiel. Herlees hoofdstuk 2 en noteer welke belofte de zussen aan hun moeder doen.

2. Geef vier voorbeelden van klussen die Freddie voor het verzet uitvoert.

3. Bij welke klussen gaat Freddie over haar eigen grens heen? Wanneer doet ze iets wat ze eigenlijk had besloten niet te doen?

4. Denk je dat Freddie op die momenten (zie B3) ook een andere beslissing had kunnen nemen? Waarom (niet)?

5. Verplaats je in Freddie en schrijf haar een brief van ongeveer 300 woorden waarin je ingaat op de keuzes die ze maakt en uitlegt waarom je die wel/niet begrijpt.

C

Stel je voor dat jij tijdens de Tweede Wereldoorlog leefde en gevraagd zou worden voor een verzetsgroep. Zou jij daaraan willen deelnemen? Waarom wel/niet?

Antwoord als volgt: 

    - Formuleer eerst ten minste twee argumenten vóór deelname aan de verzetsgroep.

    - Formuleer daarna ten minste twee argumenten tégen deelname aan de verzetsgroep.

    - Leg vervolgens uit tot welk besluit je komt.

Gebruik de kennis die je hebt opgedaan door het lezen van Het meisje met de vlechtjes in je antwoord.