A

1. Kies jij wel eens een boek uit op zijn kaft? Zo ja, welk(e) boek(en) heb je op die manier gekozen? Zo nee, hoe kies jij dan je boeken uit?

2. Heeft het omslag van Niemand ziet het bijgedragen aan jouw keuze voor dit boek? Waarom (niet)?

B

1. In Niemand ziet het zijn meerdere afbeeldingen opgenomen. Heb jij tijdens het lezen van het boek ook op deze afbeeldingen gelet? Heb je ze bijvoorbeeld vluchtig of aandachtig bekeken of juist totaal genegeerd? Waarom heb je dat gedaan?

2. Blader nogmaals door het boek en bekijk de afbeeldingen goed. Herlees (een deel van) van een hoofdstuk waarbij een afbeelding hoort. Voegen de afbeeldingen voor jou iets toe aan het verhaal? Leg je antwoord uit.

3. Waarom hebben de auteur en illustrator ervoor gekozen om deze afbeeldingen aan het verhaal toe te voegen, denk je?

C

1. Bekijk de afbeelding op pagina 8 nog eens goed. Schrijf zo exact mogelijk op hoe Victor zich op deze afbeelding volgens jou voelt. Leg dat gevoel uit aan de hand van details uit de illustratie.

2. Bekijk de afbeelding op pagina 105 nog eens kritisch. Schrijf zo exact mogelijk op hoe Victor zich op deze afbeelding volgens jou voelt. Leg dat gevoel uit aan de hand van details uit de illustratie.

3. Je zou kunnen zeggen dat Victor een ontwikkeling doormaakt in het verhaal. Welke ontwikkeling is dat?

4. Zie je die ontwikkeling ook terug in het verschil in de afbeeldingen op pagina 8 en 105? Zo ja, hoe zie je dat? Zo nee, hoe had de illustrator dat toch duidelijk kunnen maken?

D

Is je mening over het gebruik van afbeeldingen in dit boek ook veranderd nu je kritisch naar de afbeeldingen gekeken hebt? Leg je antwoord uit.