Neem deze opdracht alvast door voordat je Blauwtje gaat lezen.

A

1. Aan de hand van welke onderwerpen zou jij je levensverhaal opschrijven? Kies er minimaal vijf en leg uit waarom je deze onderwerpen hebt gekozen. Als je het leuk vindt, mag je voor alle onderwerpen een symbool ontwerpen.

2. Welke van deze onderwerpen heeft jou het meest gevormd tot wie je bent? Leg je antwoord uit.

B

1. Hoe heb jij Blauwtje gelezen: van begin tot eind of per onderwerp? Leg uit waarom je hiervoor gekozen hebt.

2. In het eerste hoofdstuk lees je waarom Blauwtje volgens een structuur met negen laatjes met etiketten is geschreven. Herlees eventueel het hoofdstuk en leg in je eigen woorden uit waarom Liesbeth het verhaal op deze manier vertelt.

3. Welk effect had het lezen van alle teksten uit verschillende laatjes op je?

4. Vul onderstaande tabel in. 

5. Kijk nog eens naar je antwoorden in de laatste kolom. Vat nu samen wat je in het hele verhaal over Liesbeth hebt geleerd.

C

Aan het begin van het verhaal zegt Liesbeth het volgende: “En dan sorteer ik de boel, alles in de laatjes. Orde! Orde in mijn hoofd. Misschien dat ik dan ga snappen waarom ik het ook deze keer weer zo nodig moest verkloten.”

1. Is Liesbeth er aan het einde van het verhaal in geslaagd om zichzelf en haar eigen gedrag te snappen? Leg je antwoord uit.

2. Denk je dat het opschrijven van haar verhaal Liesbeth heeft geholpen? Leg uit waarom wel/niet.

3. Denk jij dat je meer over Liesbeth hebt geleerd door de structuur met de laatjes dan wanneer het boek op een meer standaard manier was geschreven? Leg je antwoord uit.