De hondeneters: Opdracht

Opdracht niveau 3 | Verteltechniek

Titel De hondeneters
Niveau boek niveau 4
Opdracht niveau 3 | Verteltechniek
Studielast 2 uur
Werkvorm individueel
Focus verteltechniek: open plekken
Je leert over open plekken
Gemaakt door Marlies Schouwstra
Downloads De hondeneters_tabel (53 kb)

A

Bij 'spannende' boeken denk je misschien vooral aan thrillers en detectives, moord en doodslag en bloedstollende actie en achtervolgingen. In literatuur wordt de term spanning echter in alle gevallen gebruikt waarin de lezer, om welke reden dan ook, verder wil lezen.

Noteer een voorbeeld van een situatie waarin je verder wilde lezen in De hondeneters om iets te weten te komen over het vervolg van het verhaal, een personage of iets anders.


B

Lees de (Literaire) theorie hieronder.

Vraag 1

Download de tabel (onder Downloads). Noteer voor elk van de hoofdstukken in de tabel een belangrijke open plek die in dat hoofdstuk ontstaat. We hebben, bij wijze van voorbeeld, drie mogelijkheden laten zien voor hoofdstuk 1.


Vraag 2

Noteer vervolgens hoe de open plekken worden ingevuld.


Vraag 3

Noteer een voorbeeld van een korte spanningsboog (uit de tabel).


Vraag 4

Noteer een voorbeeld van een lange spanningsboog (uit de tabel).


Vraag 5

Welke open plek nodigde jou het meest uit om verder te lezen?
N.B. Dit kan een van de open plekken zijn die je in de tabel hebt genoteerd, maar ook een open plek die je nog niet in de tabel hebt genoemd.

Tabel

Hoofdstuk Open plek (vraag) Invulling (antwoord)
1 (Van) wie is de hond? De hond is Django en hij is van Victor.
1 Waarom vangt de hond de val van Prosper op? Django heeft geleerd Victors val te breken als hij een aanval heeft.
1 Gaat Prosper de hond slachten? Nee, Prosper zit in de gevangenis en Django kan ontsnappen.
2
3
4
7
15
19
20
25
26

(Literaire) theorie

Open plekken Veel verhalen en films worden spannend doordat er vragen worden opgeworpen, die niet meteen beantwoord worden. Zo'n vraag wordt in de  literatuurwetenschap een open plek genoemd. 

De afstand tussen de open plek (de vraag) en de invulling ervan (het antwoord) noem je een spanningsboog. Als een vraag al vrij snel wordt beantwoord, is er sprake van een korte spanningsboog; als het heel lang duurt voordat de vraag wordt beantwoord, is er sprake van een lange spanningsboog.