Niemandsjongen: Opdracht
Opdracht niveau 3 | Vluchtelingencrisis
| Titel | Niemandsjongen |
|---|---|
| Niveau boek | 2 |
| Opdracht | niveau 3 | Vluchtelingencrisis |
| Studielast | 1 uur |
| Werkvorm | in tweetal |
| Focus | thema: vluchtelingencrisis |
| Je leert | je mening over een belangrijk thema in het verhaal te beargumenteren. |
| Gemaakt door | Ilse Hanenburg |
A (gezamenlijk)
Een belangrijk thema in Niemandsjongen is de vluchtelingencrisis. Ahmed vlucht uit Syrië en via verschillende landen komt hij in Brussel terecht.
1. Hieronder staan twee stellingen. Kies er samen één uit en schrijf voor jezelf op waarom je het eens of oneens bent met de stelling.
Stelling I: Ik vind het prima als er bij mij in het dorp/de stad een asielzoekerscentrum komt.
Stelling II: Ik zou een nieuwe klasgenoot die in een asielzoekerscentrum woont graag helpen om onze school en klas te leren kennen.
2. Wissel jullie argumenten met elkaar uit. Wat vinden jullie van elkaars argumenten?
B (gezamenlijk)
In het verhaal worden verschillende perspectieven op de vluchtelingencrisis getoond. In deze opdracht gaan jullie deze verschillende perspectieven in kaart brengen.
1. Noteer in de tweede kolom of het personage vindt dat vluchtelingen (in België) moeten worden geholpen. Schrijf in de derde kolom op waarom het personage dat vindt: wat is zijn/haar argument? Eén rij is al voor jullie ingevuld.
| Personage | Moeten vluchtelingen (in België) geholpen worden? | Waarom? |
|---|---|---|
| Ouders van Max | Ja | Ze vinden het erg hoe de situatie voor vluchtelingen is in de kampen. Ze vinden dat vluchtelingen moeten worden geholpen, maar ze willen zelf eigenlijk niet helpen omdat Max' vader voor Amerika werkt en neutraal moet blijven in zijn functie. |
| Max | Ja / nee | |
| Madame Pauline | Ja / nee | |
| Farah | Ja / nee | |
| Oscar | Ja / nee | |
| Inspecteur Fontaine | Ja / nee | |
| Reka van de vluchtelingenorganisatie | Ja / nee |
2. Met welk personage zit jij het meest op één lijn? Vergelijk jullie antwoorden en leg aan elkaar uit waarom je het met dit personage eens bent.
C (individueel)
1. Wat heb jij geleerd over vluchtelingen en de vluchtelingencrisis door dit boek te lezen?
2. Vind jij dat iedere jongere het boek Niemandsjongen zou moeten lezen om (meer) te leren over vluchtelingen? Leg uit waarom wel of niet.
