Brown girl dreaming: Opdracht

Opdracht niveau 4 | Intertekstualiteit

Titel Brown girl dreaming
Niveau boek 4
Opdracht niveau 4 | Intertekstualiteit
Studielast 2 uur
Werkvorm individueel
Focus iconen
Je leert te reflecteren op verwijzingen naar bestaande figuren.
Gemaakt door Frits Dijkstra

A

Wie is voor jou een voorbeeld? Dit mag een bekend iemand zijn, maar ook iemand uit je naaste omgeving. Leg je keuze uit. 

B

                                            'Ik weet niet of deze handen zullen worden als

                                                die van Malcolm – opgeheven in een vuist

                                                            of Martin – open en vragend

                                                        of James – gekromd om een pen.'

                                                            (Brown girl dreaming, blz. 17)

Direct aan het begin van Brown girl dreaming worden er veel beroemdheden uit de Amerikaanse geschiedenis genoemd, onder andere Malcolm, Martin en James.

1. Vertel kort wie deze drie mensen zijn. Gebruik het internet als dat nodig is.

2. Waarom zullen hun handen worden als “een vuist” bij Malcolm, “open en vragend” bij Martin en “gekromd om een pen” bij James?

3. Eigenlijk beschrijft de auteur hierboven drie manieren “om de wereld te veranderen”. Leg per persoon uit hoe deze de wereld wilde veranderen.

4. Wie zijn “Rosa” en “Ruby” die daarna worden genoemd? Hoe hebben zij de wereld veranderd?

5. Waarom heet, gelet op de vorige vragen, het boek Brown girl dreaming en niet Girl dreaming

C

In Brown girl dreaming staan nog meer verwijzingen naar beroemde Amerikanen alsook naar andere boeken, films en muziek. Zulke verwijzingen in een boek naar andere teksten, films of muziek noem je intertekstualiteit.

1. Waarom heeft de schrijfster al deze verwijzingen in haar verhaal opgenomen, denk je?

2. Wat vind jij: zou Brown girl dreaming een beter of slechter boek zijn als er nergens gesproken werd over deze beroemdheden? Leg je antwoord uit in minimaal vijftig woorden.

3. Vind je dat we hoofdpersoon Jacky kunnen zien als voorbeeld voor andere mensen? Waarom (niet)?