Kinderjaren: Opdracht

Opdracht niveau 2 | Personages

Titel Kinderjaren
Niveau boek niveau 2
Opdracht niveau 2 | personages
Studielast 1 uur
Werkvorm individueel
Focus personages
Je leert je verplaatsen in een personage.
Gemaakt door Yvonne Kooijmans

Vraag 1


Lees het eerste hoofdstukje, 'Vergissing', nog eens goed door. Dit speelt zich af aan het begin van de Tweede Wereldoorlog.

Stel je voor dat jij de moeder bent. Schrijf een brief van 400 woorden aan je beste vriendin, waarin je beschrijft wat er is gebeurd, hoe je zoontje reageerde en hoe je hem hebt getroost en gerustgesteld. Eindig je brief met je verwachtingen voor de toekomst.


Vraag 2


Stel je nu voor dat de ik-persoon volwassen is en terugkijkt op de gebeurtenissen in dit hoofdstuk. Welke uitspraak past volgens jou het best bij de hoofdpersoon? Licht je antwoord toe. Kies uit:

A. 'Dankzij mijn moeder voelde ik me toen veilig.'
B. 'Mijn moeder deed er alles aan om me gerust te stellen, maar dat is niet helemaal gelukt.'


Vraag 3


De schrijver heeft niet uitgelegd wat de moeder allemaal dacht en hoe de ik-persoon als volwassene terugkijkt. Alles wordt vanuit het oogpunt van het kind verteld. Welke redenen zou de schrijver daarvoor gehad kunnen hebben? Noem er ten minste twee.