Boven is het stil: Opdracht
Opdracht niveau 5 | Stroming: existentialisme
| Titel | Boven is het stil |
|---|---|
| Niveau boek | niveau 4 |
| Opdracht | niveau 5 | Stroming: existentialisme |
| Studielast | 2 uur |
| Werkvorm | individueel |
| Focus | stroming: existentialisme |
| Je leert | kennis over het existentialisme verbinden met 'Boven is het stil' |
| Gemaakt door | Cilla Geurtsen |
| Bron | dbnl.org | Ton Anbeek, 'Existentialisme in de Nederlandse literatuur: een absurd probleem?', in: Literatuur, Jaargang 1 (1984) |
Vraag 1
Bestudeer de Literaire theorie. Noteer kort de kenmerken van het existentialisme.
Vraag 2
Herlees daarna het laatste hoofdstuk van Boven is het stil. Hoe staat Helmer eigenlijk in het leven? Besteed aandacht aan de laatste zin van het boek. Gebruik maximaal 150 woorden voor je antwoord.
Vraag 3
Ton Anbeek schreef in 1984 in het tijdschrift Literatuur het artikel 'Existentialisme in de Nederlandse literatuur: een absurd probleem?' (zie bron 2). Vat het artikel kort samen. Besteed daarbij ook aandacht aan de conclusie van Anbeek.
Vraag 4
Jij hebt net Boven is het stil van Gerbrand Bakker gelezen. Schrijf een brief aan Ton Anbeek, waarin je uitlegt dat je Boven is het stil wel of niet als existentialistische roman kunt lezen.
(Literaire)theorie
'Existentialistische roman', in: Joke van Balen e.a., Basisboek Literatuur. Groningen: Uitgeverij kleine Uil, 2009, p. 36.
