De aanslag: Opdracht

Opdracht niveau 5 | Motief

Titel De aanslag
Niveau boek niveau 4
Opdracht niveau 5 | Motief
Studielast 1 uur
Werkvorm individueel
Focus motief
Je leert reflecteren op de betekenis van een motief in de roman.
Gemaakt door Martijn Koek

Vraag 1

Was jij vroeger een kind dat veel buiten speelde? Waarom deed je dat (niet)?   


Vraag 2

In de proloog van De aanslag beschrijft Mulisch hoe Anton leeft, rond zijn huis. In de derde alinea (vanaf 'De vier huizen waren kennelijk…') lees je hoe Anton zich voelt als hij, laat nog, buiten speelt. Herlees die alinea.   
Wat in de beschrijving van Mulisch herken je van het buitenspelen dat je vroeger (of nog steeds?) deed?   


Vraag 3

De Vlaamse filosoof Leo Apostel deed de volgende uitspraak over tijd: 'Wie gelukkig is, voelt de wereld in ruimte en tijd groot, diep en onuitputtelijk. Wie gelukkig is, leeft in een wereld van mogelijkheden.' Zouden Mulisch en Apostel het eens zijn over geluk? Leg uit waarom wel/niet.   


Vraag 4

Later in de roman neemt Mulisch ruimer de tijd om over tijd te filosoferen: in de eerste twee lange alinea's van de laatste episode. Herlees die alinea's.   
Als jij tijd in beeld zou moeten brengen, hoe zou je dat dan doen? Net als Anton in de alinea's die je net las? Of anders? Leg je antwoord uit.   


Vraag 5

Kijk nog eens naar het antwoord dat je gaf bij vraag 3. Is Anton aan het eind van De aanslag gelukkig, volgens de definitie van Apostel?   


Vraag 6

Wat zou de reden zijn, denk je, dat bij elke episode een jaartal genoemd staat, maar niet bij de proloog?   


Vraag 7

Men zegt wel eens: 'De tijd heelt alle wonden.' Ben jij het daarmee eens? Is Mulisch het daarmee eens? Licht je antwoorden toe.