Lijmen/Het been: Opdracht

Opdracht niveau 3 | Kwesties

Titel Lijmen/Het been
Niveau boek niveau 4
Opdracht niveau 3 | Kwesties
Studielast 3 à 4 uur
Werkvorm individueel
Focus kwesties
Je leert reflecteren op een belangrijke kwestie in een literair werk.
Gemaakt door Monique Metzemaekers

A

Vraag 1

Wat vind je van de praktijken van Boorman en Laarmans met het Wereldtijdschrift?


Vraag 2

Noem een paar hedendaagse voorbeelden van eenzelfde soort oplichting.


B

Vraag 1

Beschrijf de gang van zaken bij het Algemeen Wereldtijdschrift.


Vraag 2

Is hier sprake van oplichting en kan Boorman hiervoor veroordeeld worden, denk je?


Vraag 3

Moeten mensen beschermd worden tegen types als Boorman?


Vraag 4

In hoeverre is Laarmans anders dan Boorman, vind je? Leg uit (200 woorden).


C

‘Het was ongeloofwaardig dat mensen het Wereldtijdschrift kochten, zelfs vrij veel exemplaren, zonder goed te informeren en ook dat meneer Boorman een rechtszaak begon om mevrouw Lauwereyssen het geld aan te laten nemen.’ (Marleen, 6 vwo, op: scholieren.com)
Ben je het met Marleen eens? Leg uit.


D

Elsschot heeft het Algemeen Wereldtijdschrift gemodelleerd naar La Revue Continentale Illustrée, een tijdschrift waar hij zelf voor gewerkt heeft. Vlak voor zijn dood zei hij: ‘Niet alleen walg ik van de reclame, maar ook van de commercie in het algemeen. En ik heb Lijmen geschreven omdat ik er op een of andere manier van af moest komen. Ik moest wel reclame bedrijven, want van mijn pen heb ik nooit kunnen leven.’


Vraag 1

Zeg in eigen woorden waarom Elsschot Lijmen geschreven heeft.


Vraag 2

Is het hem gelukt door het schrijven ‘ervan af te komen’, denk je? Leg je antwoord uit.


E

Schrijf een brief aan Elsschot waarin je vertelt welke indruk Lijmen/Het been op jou gemaakt heeft. Wat hebben de novelles, die zoveel jaren geleden geschreven zijn, jou te zeggen? Ook geef je je mening over de activiteiten van Boorman en Laarmans. Betrek daarin je antwoorden bij A, B, C en D. (400 woorden)