Martin Brils columns waren (en zijn) populair vanwege zijn stijl: korte, krachtige zinnen, filosofische insteek, willekeurige observaties, persoonlijk, en met een mooie afronding. Regelmatig beschrijft hij eerst wat hij ziet of hoort: een voorwerp, een persoon of een woord. En dan, zo lijkt het, ontstaat het verhaal vanzelf.  

A   

Vraag 1


Herlees het verhaaltje ‘Bril’, op blz. 77.   

De blik van Martin valt in het snikhete Rome op een bril die op de grond ligt. Ook zijn dochter ziet de bril. Welke rol speelt de bril in het verhaal ‘Bril’? Leg uit.   


Vraag 2


Lees nu het verhaal ‘Feest’ op blz. 58. Welk voorwerp/ding speelt een rol in dit verhaaltje? Leg uit.   


Vraag 3


Zoek zelf nog een verhaal waarin een willekeurig voorwerp/ding/persoon een rol speelt en noteer de titel. Welke observatie/zaak speelt nu de hoofdrol?   


Vraag 4


Zijn er verschillen of overeenkomsten tussen de manieren waarop Bril de zaken een rol geeft in zijn verhalen? Leg eens uit.      


B   


Vraag 1

Heb je zelf wel eens dat je iets ziet op straat, in een winkel of in de klas, waardoor je afgeleid raakt, of wegdroomt?  


Vraag 2


Pak een leeg papiertje en een pen. Denk aan jouw fietstocht, wandeling of busrit van vanmorgen naar school en schrijf op wat en wie je hebt gezien. Viel iets in het bijzonder op? Had iemand paars haar? Heb je even staan wegdromen toen je moest wachten voor een spoorwegovergang? Weet je nog waar je aan dacht? Schrijf op!   


Vraag 3


Als je even niets weet, bekijk dan de foto’s onder Downloads, kies één foto en schrijf op waar je aan moet denken als je naar de foto kijkt.   


Vraag 4


Nu ga je een kort verhaaltje schrijven in de stijl van Martin Bril. Geef een observatie, misschien wel de observatie van vandaag (vraag B2), of wat je ziet op één van de foto’s (vraag B3), een duidelijke rol, net zoals in de verhaaltjes van Bril bij A. (300-400 woorden.)    

Tips nodig voor het schrijven? Zie bron 1 (9 tips voor het schrijven van een column).