Confrontaties: Opdracht

Opdracht niveau 3 | Discriminatie

Titel Confrontaties
Niveau boek niveau 3
Opdracht niveau 3 | Discriminatie
Studielast 2 uur
Werkvorm individueel
Focus het thema discriminatie/racisme
Je leert reflecteren op vragen over discriminatie en racisme.
Gemaakt door Dietske van den Berg-Geerlings

A

  1. Zoek een definitie op van ‘discriminatie’ en schrijf die op.
  2. Doe hetzelfde voor ‘racisme’.
  3. Wat is het verschil tussen deze beide termen?
  4. Noem een voorbeeld van racisme en een voorbeeld van discriminatie uit de actualiteit of uit je eigen ervaring.
  5. Zoek via de volgende link wat er precies in artikel 1 van de grondwet staat over discriminatie en schrijf dat over: www.denederlandsegrondwet.nl.
  6. Lees via de bij vraag 5 gegeven link ook de toelichting bij artikel 1 van de grondwet. Daar wordt gesproken van een ‘gerechtvaardigd verschil’. Bedenk zelf een verschil tussen mensen op basis waarvan wel is toegestaan om onderscheid te maken in de behandeling van die personen.


B

  1. Aan het begin van het boek heeft Salomé Atabong een hoogoplopende ruzie met Frits van Gestel. Zij roept op blz. 30 van het boek: ‘Ik ga me godverdomme niet laten helpen door een of andere fucking racist.’ Waarom vindt Salomé hem een racist?
  2. In hoeverre heeft Salomé gelijk als zij hem een racist noemt, op basis van de definitie van ‘racisme’ die je bij onderdeel A hebt gegeven?
  3. Op een gegeven moment zegt Frits tegen Salomé dat je iemand niet zomaar een racist kunt noemen. Het gesprek gaat als volgt verder: 

    ‘Ik noem ook niet zomaar iemand een racist,’ zeg ik.
    ‘Ik heb nooit iets racistisch gezegd of gedaan in die show,’ zegt Frits. Hij tikt met zijn pen tegen zijn koffiemok en fronst naar de vloer. ‘Ik heb juist groot respect voor jouw cultuur.’
    ‘Welke cultuur?’ vraag ik. Het begint harder te regenen. In het tl-licht lijkt zijn huid papierachtig, oud, als een opgedroogd velletje op gekookte melk. Zijn grijze irissen steken ziekelijk af tegen het vergeelde oogwit.
    ‘Je kunt toch veel beter dan dit,’ zegt hij, alsof hij me niet heeft gehoord. ‘Dus voortaan ben je er gewoon als je er moet zijn en smijt je niet meer met spullen. Begrepen?’ Ik denk aan papa en mama en Miriam en dat ik ze al twee dagen niet heb gesproken. Dat ze bezorgd zijn, waarschijnlijk. Ik denk er heel hard aan, heel hard en goed, en zeg dan: ‘Begrepen.’
    Hard werken. Niet zeuren. Dan komt alles, zei papa, altijd goed. 

    Waarom vraagt Salomé hier aan Frits: ‘Welke cultuur’?
  4. Wat is de reactie van Frits? Waarom zou hij zo reageren?
  5. Wat voor effect heeft zijn reactie op Salomé?
  6. Herschrijf van bovenstaand fragment het tweede deel, vanaf ‘Je kunt toch veel beter dan dit.’ Bedenk een andere reactie van Frits, die ook weer een ander effect heeft op Salomé. 


C

In 2014 was er een programma op televisie dat ‘Groeten uit de rimboe’ heette. Dat programma lijkt erg op het programma waarvan sprake is in Confrontaties. Bekijk (een stukje van) deze aflevering van ‘Groeten uit de rimboe’

  1. In hoeverre zie je hier vormen van discriminatie en/of racisme terug?
  2. Wat zou Salomé van dit programma vinden?