De reis van Sint Brandaan: Opdracht

Opdracht niveau 2 | Verhaallijn

Voor wie?
Jullie houden, heel belangrijk, van tekenen en vinden het prettig om hoofdzaken van een boek overzichtelijk op een rijtje te zetten.Sommige gebeurtenissen in een verhaal zijn belangrijker dan andere. In De reis van Sint Brandaan zijn de aanleiding van Brandaans reis en zijn terugkomst verreweg de belangrijkste gebeurtenissen van het verhaal. De wonderen zelf, die Brandaan tijdens zijn zeereis aanschouwt, zijn eigenlijk niet zo belangrijk voor de betekenis van het verhaal als geheel.
De reis van Sint Brandaan is een doorlopende tekst, bestaande uit 2285 versregels. Er zijn geen duidelijke hoofdstukken te onderscheiden, zoals dat meestal het geval is bij de boeken zoals wij die nu kennen. Dit kan het voor jou als lezer lastig maken om de hoofdzaken van de bijzaken te onderscheiden.
Jullie gaan samen de tekst in 'hoofdstukken' verdelen en maken bij elk hoofdstuk een tekening van de belangrijkste gebeurtenis(sen) die plaatsvinden. Jullie zoeken vervolgens bij elke tekening naar een passend citaat uit de tekst. Jullie verdelen de hoofdstukken onderling.

Titel De reis van Sint Brandaan
Niveau boek niveau 3
Opdracht niveau 2 | Verhaallijn
Studielast 3 uur (afhankelijk van de groepsgrootte)
Werkvorm twee-, drie- of viertal
Focus verhaallijn
Je leert hoofdzaken onderscheiden van bijzaken.
Gemaakt door Janneke Blok en Marlies Schouwstra

A [samen]


Vraag 1

Jullie gaan samen de tekst in maximaal tien hoofdstukken verdelen. Discussieer met elkaar over de vraag waarom jullie vinden dat een hoofdstuk op de betreffende plaats in de tekst eindigt of begint. Jullie kunnen de vetgedrukte hoofdletters in de Middelnederlandse tekst (vs.: 137: Doe hi te scepe gaen began, vs. 261: Doe si te scepe quamen, enz.) en/of de alinea-indeling in beide teksten als hulpmiddel(en) gebruiken, maar vertrouw vooral op jullie eigen intuïtie. Kom samen tot een indeling en beargumenteer jullie gezamenlijk keuze in onderstaande tabel. Vergeet niet om duidelijk te vermelden bij welke versregel een hoofdstuk begint en eindigt.


Vraag 2

Afhankelijk van het aantal hoofdstukken waaruit De reis van Sint Brandaan volgens jullie bestaat en de grootte van jullie groep, berekenen jullie of jullie het aantal te maken tekeningen eerlijk kunnen verdelen onder het aantal groepsleden. Wanneer dit niet het geval is, bedenken jullie welk(e) hoofdstuk(ken) jullie het minst belangrijk vinden om een tekening bij te maken. Deze hoofdstukken mogen jullie overslaan.


Vraag 3

Bespreek voor elk hoofdstuk wat daarin de belangrijkste gebeurtenis is en vul in de tabel het bijpassend(e) beeld en citaat in.


Vraag 4

Spreek met elkaar af wie welke tekeningen gaat maken. Vul dit in de laatste kolom van de tabel in.
 

B [individueel]

Maak nu de tekeningen. Elke tekening maak je op een apart vel papier. Boven de tekening zet je de hoofdstuktitel en onder de tekening het citaat dat past bij de gebeurtenis die je hebt getekend.


C [samen]

Stel nu dat je over drie weken een toets hebt over De reis van Sint Brandaan. Je verwacht dat je onder andere een korte samenvatting van het verhaal zult moeten geven. Heb je genoeg aan de tekeningen die jullie hebben gemaakt om je daarop voor te bereiden of lijkt het je verstandig om ook nog een samenvatting te maken? Leg jullie antwoord uit.


D [samen]

In de inleiding van de opdracht hebben we verklapt dat de aanleiding van Brandaans reis en zijn terugkomst verreweg de belangrijkste gebeurtenissen zijn voor de betekenis van het verhaal als geheel. Kunnen jullie nu, na het maken van de tekeningen om de hoofd- van de bijzaken te onderscheiden, in één zin de boodschap van De reis van Sint Brandaanverwoorden? Een aanwijzing die jullie daarbij kan helpen, is dat middeleeuwse teksten vrijwel altijd een belerende boodschap hadden.