Je gaat een tekening of een schema maken waarin je laat zien wanneer de verschillende verhaallijnen los van elkaar bestaan, parallel lopen, elkaar kruisen of samenvallen.

Beantwoord eerst de volgende hulpvragen.


Vraag 1


Welke vier personages spelen in Het gouden ei de belangrijkste rollen?


Vraag 2


De verhalen van deze personages worden door elkaar verteld. Hoeveel verhaallijnen kun je onderscheiden?


Vraag 3


Noteer vijf belangrijke gebeurtenissen voor elke verhaallijn.


Maak nu een tekening of schema, waarin je laat zien hoe de verhaallijnen zich tot elkaar verhouden.