Karel ende Elegast: Opdracht

Opdracht niveau 3 | Realisme

Het verhaal begint met een opmerking van de verteller dat hij 'een betrouwbaar en volstrekt waar verhaal [kan] vertellen.'
'Ja ja,' denk je dan als je het verhaal uit hebt, 'maar hoe zit dat dan met bijvoorbeeld die toverkracht van Elegast?'
Toch was het verhaal voor de middeleeuwse mensen volkomen waar. In deze opdracht gaan jullie dieper in op de vraag hoe dat kan.

Titel Karel ende Elegast
Niveau boek niveau 3
Opdracht niveau 3 | realisme
Studielast 3 uur
Werkvorm tweetal
Focus realisme
Je leert reflecteren op de vraag in hoeverre de tekst als realistisch bestempeld kan worden.
Gemaakt door Marlies Schouwstra
Bron 1 'Wat gebeurde er op een hofdag?', in Hubert Slings (samenst.), Karel en Elegast. Amsterdam University Press (Tekst in context), 1997, p. 12;
Bron 2 'De feodale pyramide', ibid., p. 13
Bron 3 tijdvakken.nl | 'Monniken en ridders'
Bron 4 'De historische betekenis van Karel de Grote', in Hubert Slings (samenst.), Karel en Elegast. Amsterdam University Press (Tekst in context), 1997, p. 24
Bron 5 'Karels populariteit', ibid., p. 26
Bron 6 'De historische feiten over het leven van Karel de Grote', ibid., p. 65
Bron 7 nl.wikipedia.org | 'Karel de Grote'

Een van jullie maakt opdracht A, de ander B. Vervolgens maken jullie opdracht C samen. 

A

Om de relatie tussen Karel en Elegast te begrijpen, is het noodzakelijk om iets meer te weten over de middeleeuwse maatschappij.

Vraag 1

Bestudeer bron 1, 2 en 3 en leg in een tekst van ongeveer 300 woorden uit hoe het feodale stelsel functioneerde. Gebruik daarbij in ieder geval de volgende begrippen: koning - leenheer - leenman - vazal - trouw - ridder - hofdag

Vraag 2

Gebruik nu de bovenstaande begrippen om uit te leggen:

a. hoe de relatie tussen Karel en Elegast in elkaar zit;
b. hoe de relatie tussen Karel en Eggerik in elkaar zit.
 

B

Vraag 1

Bestudeer bron 4 tot en met 7. Maak vervolgens een tijdbalk van het leven van Karel de Grote, waarop je de belangrijkste gebeurtenissen uit zijn leven weergeeft.

Vraag 2

Voeg een kaart toe aan je document waarop je de omvang van het rijk van Karel de Grote weergeeft.

Vraag 3

Zoek vervolgens drie citaten uit Karel en Elegast die overeenstemmen met de gegevens die jij hebt gevonden.

Vraag 4

Noteer ten slotte drie citaten die beslist niet overeenstemmen met de gegevens die jij hebt gevonden.


C

Vraag 1

Bespreek de uitkomsten van de opdrachten A en B. Geef het werkelijkheidsgehalte van het verhaal een cijfer op een schaal van 1 tot 10. Noteer vervolgens argumenten voor dit cijfer: waarom is het cijfer niet hoger? En waarom niet lager?

Vraag 2

Ondanks het feit dat het verhaal over Karel en Elegast voor de middeleeuwer waar was, blijft er toch een aantal gebeurtenissen over waarvan je maar moeilijk kunt geloven dat het allemaal werkelijk zo gebeurd is. Noteer drie van die gebeurtenissen. Maak gebruik van jullie antwoorden op de vragen van opdracht A en B.

Vraag 3

  1. Hieronder staan drie verklaringen voor het gegeven dat de middeleeuwse mensen het verhaal van Karel en Elegast grotendeels voor waar aannamen. Welke verklaring is volgens jullie de beste? Licht je antwoord toe.
    a. In de middeleeuwen wisten de mensen niet beter; ze geloofden veel meer dan wij nu doen.
    b. De schrijver heeft dingen aan het verhaal toegevoegd om het verhaal spannender te maken.
    c. De middeleeuwers wilden dit verhaal graag geloven, omdat ze Karel de Grote een held vonden.

Bronnen

  1. 'Wat gebeurde er op een hofdag?', in Hubert Slings (samenst.), Karel en Elegast. Amsterdam University Press (Tekst in context), 1997, p. 12;
  2. 'De feodale pyramide', ibid., p.  13
  3. tijdvakken.nl | 'Monniken en ridders' 
  4. 'De historische betekenis van Karel de Grote', in Hubert Slings (samenst.), Karel en Elegast. Amsterdam University Press (Tekst in context), 1997, p. 24
  5. 'Karels populariteit', ibid., p. 26
  6. 'De historische feiten over het leven van Karel de Grote', ibid., p. 65
  7. nl.wikipedia.org | 'Karel de Grote'