Karel ende Elegast: Opdracht

Opdracht niveau 4 | Ontstaansgeschiedenis

Het ontstaan van het verhaal van Karel en Elegast vertoont wel overeenkomsten met het verhaal van Sinterklaas: de Heilige Nicolaas was in de vierde eeuw na Christus bisschop van Myra. Rond zijn leven ontstonden opzienbarende verhalen. Tegenwoordig is er van deze verhalen niet veel meer over dan een aantal merkwaardige tradities (schoen zetten) en 'verhaalflarden' die je vooral in Sinterklaasliedjes nog terug kunt horen ('Wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is de roe.'). Meer over het ontstaan van de verhalen rondom Sinterklaas kun je lezen in bron 9.

Titel Karel ende Elegast
Niveau boek niveau 4
Opdracht niveau 4 | Ontstaansgeschiedenis
Studielast 3 uur
Werkvorm drietal
Focus ontstaansgeschiedenis
Je leert onderzoeken hoe het verhaal is ontstaan.
Gemaakt door Marlies Schouwstra
Bron 1 'Een koning op dievenpad', in: Hubert Slings (samenst.), Karel en Elegast. Amsterdam Univesity Press (Tekst in context), 1997, p. 10-11
Bron 2 'Mondelinge verhaalcultuur', ibid., p. 22-23
Bron 3 'Lezen is luisteren', ibid., p. 46-49
Bron 4 'Karel en Elegast in Middeleeuws handschrift', ibid., p. 20
Bron 5 'Wat weten we over Karel en Elegast?', ibid., p. 49
Bron 6 'De historische feiten over het leven van Karel de Grote', ibid., p. 65
Bron 7 'Over een V die een F werd', ibid., p. 80-85
Bron 8 'Originaliteit toen en nu', ibid., p. 48
Bron 9 nl.wikipedia.org | 'Nicolaas van Myra'

In deze opdracht gaan jullie samen onderzoeken hoe het verhaal van Karel en Elegast is ontstaan. Eerst maken jullie alle drie één A-opdracht. Vervolgens maken jullie samen de B- en C-opdracht.

A

Opdracht 1 Orale traditie

Bestudeer bron 1 tot en met 3 en beantwoord de volgende vragen.

Vraag 1

Leg uit hoe middeleeuwse verhalen vóór de ontdekking van de boekdrukkunst werden overgedragen: waar, voor wie, door wie, waarom, hoe?

Vraag 2

Leg uit onder invloed van welke factoren de verhalen in de vroegste periode veranderden.
 

Opdracht 2 Ontstaansgeschiedenis

In de literatuurwetenschap wordt de term 'ontstaansgeschiedenis' gebruikt voor een beschrijving van het ontstaan van een literair werk. Hierin wordt beschreven wat er allemaal vooraf is gegaan aan de 'definitieve' versie van de tekst. In deze opdracht beschouwen we de handschriften uit de dertiende eeuw als 'definitief'.

Bestudeer bron 4 tot en met 7. Beschrijf de ontstaansgeschiedenis van Karel en Elegast. Begin bij het leven van Karel de Grote en eindig met de dertiende-eeuwse handschriften. Besteed daarbij aandacht aan:

  1. De (eventuele) historische kern van het verhaal;
  2. De wijze waarop het verhaal werd overgedragen;
  3. Eventuele opvallende veranderingen in het verhaal.


Opdracht 3 Volksverhaalmotieven

In de bronnen 6 tot en met 8 wordt een aantal volksverhaalmotieven genoemd, elementen die in veel verhalen uit de middeleeuwen steeds weer terug komen. Bestudeer de bronnen en noteer deze motieven.

Noteer bij elk motief of het al dan niet voorkomt in Karel en Elegast. Licht elk motief dat voorkomt in Karel en Elegasttoe aan de hand van de tekst.BMaak samen een tijdbalk waarop jullie het ontstaan van het verhaal van Karel en Elegast weergeven. Begin bij het leven van Karel de Grote en eindig bij de Nederlandse tekst van ongeveer 1270. Maak gebruik van de uitkomsten van de A-opdrachten. Het is verstandig om een aantal voorbeelden van tijdbalken te bekijken (via Google, zoeken op 'tijdbalk' en afbeeldingen) en dan samen een keuze te maken voor de vorm die jullie het meest geschikt vinden.


C

Vraag 1

Formuleer een verklaring voor het feit dat Karel en Elegast al zo lang de tand des tijds weerstaat.

Vraag 2

Doe hetzelfde voor Sinterklaas.

Vraag 3

Stemmen beide verklaringen overeen? Of zien jullie (ook) belangrijke verschillen? Probeer eventuele verschillen te verklaren.