In deze opdracht kijk je hoe gebeurtenissen in verschillende onderdelen van het verhaal voor spanning zorgen.

1
a Wat vond jij van het verhaal en de gebeurtenissen? Kies een of meer van de volgende oordelen en leg uit: gewoon – vreemd – spannend – langdradig – verdrietig – iets anders, namelijk …
b De meeste lezers zullen in verschillende onderdelen van het verhaal spanning ervaren. Geef zo precies mogelijk aan wat voor spanning zorgt in deze drie onderdelen van het verhaal:

• Rein en de wereld van het gamen, waarin Rein Karin leert kennen
• De hondenfokkerij van Vera en Adelien met de financiële problemen
• De gezinssituatie, waaronder de relatie van Adelien en haar man Freek

2 Lees de literaire theorie (onderaan deze opdracht).
a Geef drie voorbeelden van ‘cliffhangers’ uit de roman.
b Formuleer twee interessante vragen die bij jou als lezer kunnen opkomen en die pas later in het verhaal beantwoord worden.
c Zijn er ook vragen die niet beantwoord worden? Zo ja, welke?
d Noem twee gevallen waarbij jij als lezer meer weet dan een personage. Leg uit waardoor die kennis voor spanning zorgt.

3 In het allerlaatste deel van het verhaal komt het in de Australische woestijn tot een ontknoping.
a Wat gebeurt er precies en wat is de aanleiding daarvoor?
b Waarom is die gebeurtenis zo belangrijk voor (de ontwikkeling van) Rein?
c Heb je dit laatste stukje van het boek als spannend ervaren?
d Verwachtte je dat het boek zo zou aflopen? Of had je een ander einde voorzien? 

Literaire theorie: Spanning

Spanning in een verhaal zorgt ervoor dat je doorleest. Je wilt weten hoe het verder gaat of hoe iets afloopt. Maar niet elke lezer ervaart spanning op dezelfde manier. Liefhebbers van thrillers bijvoorbeeld houden van de spanning rond een moord (‘Wie heeft het gedaan?’). Bij een liefdesgeschiedenis vraag je je als lezer af: krijgen ze elkaar of niet?
Een schrijver gebruikt verschillende technieken om spanning in een boek te brengen. Bijvoorbeeld door:

• op een spannend moment op te houden en eerst met een andere verhaallijn verder te gaan; dat moment noemt men dan een ‘cliffhanger’
• de ontknoping uit te stellen door vertragingstechnieken te gebruiken, bijvoorbeeld door terug te gaan in de tijd
• de lezer meer informatie te geven dan een personage heeft
• vragen op te roepen die pas veel later beantwoord worden

Naar: Joke van Balen e.a., Basisboek literatuur. Groningen, Uitgeverij kleine Uil, 2009, blz. 99-100.