Underdog: Opdracht

Opdracht niveau 3 | Autisme

Titel Underdog
Niveau boek niveau 3
Opdracht niveau 3 | Autisme
Studielast 2 uur
Werkvorm individueel of als tweetal
Focus eigenschappen van een personage
Je leert reflecteren op een personage met autistische trekken.
Gemaakt door Jan Erik Grezel
Bron Wikipedia over autisme
Website over autisme
VPRO-radio: verhaal over autisme

NB Als je deze opdracht als tweetal maakt: doe nummer 1 individueel en overleg dan over jullie antwoorden op die vragen; nummer 2, 3 en 4 kunnen jullie samen maken.

1
a Zou je willen dat Rein jouw vriend was?
b Kun je je, als je de eerste hoofdstukken leest, goed inleven in deze jongen?
c Iemand zou Rein kunnen omschrijven als ‘een jongen met (sterk) autistische trekken’. Ben je met die omschrijving eens? Leg uit.

2
a Zoek uit wat autisme is. Je kunt daarvoor de bronnen gebruiken. Noteer in ieder geval minstens drie belangrijke kenmerken van autisme.
b In hoeverre kunnen mensen met autisme gewoon functioneren op school en in de samenleving volgens jou?
c Welke adviezen zijn er voor de omgang met mensen met autistische trekken? Noteer die puntsgewijs; raadpleeg eventueel de bronnen.

3 In het verhaal volg je onder andere wat Rein doet, wat hij denkt, hoe hij reageert op andere mensen.
a Noteer uit de passages waarin Rein optreedt, drie reacties die passen in het beeld ‘Rein is een jongen met autistische trekken’.
b In hoeverre kun je, niet zozeer uit zijn gedrag, maar uit de beschrijving van zijn gedachten en gevoelens afleiden wat er met Rein aan de hand is?
c Houden de mensen in zijn omgeving zich aan de adviezen die je onder 2c genoemd hebt?
d In een achterflaptekst wordt Rein ‘excentriek’ genoemd. Een andere bron beschrijft Rein als ‘eenzelvig’. Kloppen die aanduidingen naar jouw idee of niet? Beargumenteer je antwoord.

4 Vind je dat Elfie Tromp een goed beeld geeft van autisme in haar beschrijvingen van Reins gedrag, gedachten en gevoelens? Leg je antwoord uit.

5 Een kenmerk van romans is doorgaans dat personages een ontwikkeling doormaken. Leg uit in hoeverre er bij Rein sprake van zo’n ontwikkeling.