Voor een verloren soldaat: Opdracht

Opdracht niveau 2 | Personages

Titel Voor een verloren soldaat
Niveau boek niveau 3
Opdracht niveau 2 | Personages
Studielast 2 uur
Werkvorm individueel
Focus personages
Je leert nadenken over personages en wat je van hen vindt
Gemaakt door Gosse Koolstra

A

Vraag 1

Schrijf in kolom 1 van schema 1 de vijf namen van mensen die jij het beste kent.


Vraag 2

Noteer in kolom 2 minstens twee dingen die je leuk vindt in deze personen.


Vraag 3

In kolom 3 doe je hetzelfde, maar nu van vervelende dingen.


Vraag 4

In kolom 4 noteer je, als je dat wilt, of je contact wilt houden met deze persoon en waarom (niet).


Schema 1: jij

Personen Leuke kanten Vervelende kanten Conclusie: verder?

B

Vraag 1

Noteer in kolom 1 van schema 2 vijf personen die belangrijk zijn voor Jeroen; er zijn er al twee ingevuld.


Vraag 2

In kolom 2 schrijf je weer minstens twee dingen van deze persoon op die Jeroen leuk vindt of naar jouw idee leuk zal vinden.


Vraag 3

In kolom 3: minstens twee dingen die Jeroen niet leuk vindt of zal vinden aan deze persoon.


Vraag 4

In kolom 4: wat denk jij dat Jeroen wil? Wil hij verder met deze persoon? Waarom (niet)?


Schema 2: Jeroen

Personen Leuke kanten Vervelende kanten Conclusie: verder?
Jan
Wolt

C

Welke van de vijf personages uit schema 2 zijn naar jouw idee het belangrijkst voor Jeroen? Beschrijf van ieder wat jij van hen vindt en waarop je dat baseert. Laat eventuele verschillen tussen jouw mening en die van Jeroen goed uitkomen. Je gebruikt 30–50 woorden per persoon.


D

Zijn er ook overeenkomsten in leuke of vervelende kanten die zowel Jeroen als jij in mensen waardeert / afwijst? Beschrijf dit in maximaal 100 woorden.