De verdronkene: Opdracht

Opdracht niveau 3 | Personages en perspectief

Margriet de Moor staat er om bekend de psychologie van haar personages niet gedetailleerd uit te werken, laat staan te verklaren. De lezer moet veel zelf invullen. In deze opdracht gaan jullie je verdiepen in de karakters van Lidy en Armanda.

Titel De verdronkene
Niveau boek 4
Opdracht niveau 3 | Personages en perspectief
Studielast 2 uur
Werkvorm tweetal
Focus personages en perspectief
Je leert reflecteren op het gedrag van personages en de werking van perspectief.
Gemaakt door Marie-José Mulders

A

Jullie kruipen in de huid van Lidy en Armanda en schrijven elkaar een brief. Probeer zoveel mogelijk informatie uit het boek te gebruiken. Het zal af en toe ook nodig zijn om je eigen fantasie te gebruiken. Een van jullie beiden kruipt in de huid van Lidy en schrijft een brief naar Armanda. In de brief gaat 'Lidy' in op de volgende punten:

  • Waarom is Lidy naar Zeeland gegaan?
  • Waarom besluit ze mee te gaan met Hocke in plaats van in het hotel te blijven?
  • Hoe ondergaat ze het wegspoelen van de mensen uit het huis?
  • Hoe ondergaat ze de gift van moeder Hocke?
     

De ander kruipt in de huid van Armanda:

  • Waarom stuurt ze Lidy naar Zeeland?
  • Is ze de zeven jaar dat ze getrouwd is met Sjoerd gelukkig geweest? Waarom (niet)?
  • Waarom heeft ze vooral een goede band met Nadja, beter dan met haar eigen kinderen?
  • Is Armanda geworden, wie ze had willen zijn? Verklaar je antwoord.

B

Vergelijk jullie brieven. Geef een beoordeling van de brief van de ander: vind je dat je klasgenoot Armanda/Lidy goed heeft beschreven? Past de brief goed bij het beeld dat jij had van dit personage? Verklaar je antwoord.

C

Nu jullie deze opdracht hebben gemaakt: wat vinden jullie ervan dat Margriet de Moor voor de invulling van de karakters veel aan de lezer over laat? Was haar boek beter geworden wanneer zij meer psychologische verklaringen had gegeven in de tekst?