Dertig dagen: Opdracht
Opdracht niveau 3 | Personage
| Titel | Dertig dagen |
|---|---|
| Niveau boek | niveau 4 |
| Opdracht | niveau 3 | Personage |
| Studielast | 2 uur |
| Werkvorm | individueel |
| Focus | personage |
| Je leert | reflecteren op het karakter van een personage in een literair werk. |
| Gemaakt door | Monique Metzemaekers |
Alphonse is een bijzonder persoon. Wat is hij eigenlijk voor iemand?
A
1. Alphonse klust niet alleen bij zijn klanten, hij helpt ze ook op een andere manier. Vul het schema in. Kies zelf twee extra personages.
| Voor wie doet Alphonse iets? | Wat doet hij? / Hoe doet hij dat? | Waarom doet hij dat? |
|---|---|---|
| Sieglinde | ||
| Gewijde | ||
| Madeleine | ||
| Reginald | ||
| .... | ||
| .... |
2. Bekijk je schema. Hoe staat Alphonse in het leven? Wat vindt hij belangrijk?
B
1. Wat vind je van Alphonse? Je mag meerdere woorden kiezen. Leg je antwoord uit: aardig – behulpzaam – bemoeizuchtig – goedgelovig – naïef – sterk – sympathiek – zwak – iets anders, namelijk …
2. Wat vind je van Alphonse’ levensvisie? Onderschrijf je die of sta jij heel anders in het leven? Leg je antwoord uit.
3. Hoe beoordeel je het einde van Dertig dagen? Kies en leg je antwoord uit: droevig – hard – mooi – onontkoombaar – onverwacht – voorspelbaar – iets anders, namelijk …
