El Negro en ik: Opdracht

Opdracht niveau 3 | Roofkunst

Titel El Negro en ik
Niveau boek niveau 4
Opdracht niveau 3 | Roofkunst
Studielast 2,5 uur
Werkvorm Individueel
Focus Thematiek
Je leert reflecteren op een actueel thema, dat ook in het boek aan de orde is.
Gemaakt door Pieter Waalewijn
Bron Bron 1
Bron 2

A

  1. Googel op één van de volgende drie termen:
    * Benin Bronzes
    * Elgin Marbles
    * Javamens
    Bekijk en lees de informatie die voorbijkomt, en vorm je zo een beeld van het onderwerp dat je gegoogeld hebt. Beschrijf vervolgens in een tekst van ongeveer 200 woorden wat het inhoudt en wat ermee aan de hand is; zorg ervoor dat ook de laatste stand van zaken in je tekstje aan de orde komt.
  2. Welke overeenkomsten zie jij tussen dit onderwerp en de zaak van El Negro? Leg uit.
     

B

  1. Bekijk het filmpje van 1 minuut dat je in bron 1 vindt en lees daarna de tekst in deze bron. Wat vind je van de actie van deze mensen en van hun argumenten?
  2. Bekijk bron 2: de reactie van de directeur van het Afrikamuseum. Wat vind je van zijn reactie?
  3. Een krant beschrijft de actie onder de kop ‘diefstal’. De keuze van die term is pikant: over welke diefstal hebben we het? Leg uit dat de term ‘diefstal’ in dit verband dubbelzinnig is, en geef aan waarop het woord volgens jou het meest van toepassing is.
  4. Stel je voor dat Frank Westerman in 1983 El Negro onder zijn arm had meegenomen uit de Zaal van de Mens in Banyoles.
    A. Zou dat niet effectiever zijn geweest dan er een boek over te schrijven? Leg uit.
    B. Wat zou hij vervolgens hebben moeten doen met het meegenomen ‘object’? Leg uit waarom je dat wel/niet een goed idee vindt.
     

C

  1. Is de kwestie die in deze opdracht centraal staat – ‘roofkunst’ – volgens jou ook het centrale onderwerp van El Negro en ik? [Kies één van de volgende mogelijkheden, en antwoord in 100-150 woorden.]
    Zo ja, formuleer de belangrijkste vraag waarop Westerman een antwoord zoekt in dit boek, en maak duidelijk welk antwoord hij geeft op die vraag.
    Zo nee, wat is volgens jou dan de belangrijkste vraag waarop Westerman een antwoord zoekt in dit boek, en welk antwoord geeft hij op die vraag?
  2. Wat is, nu jij je verdiept hebt in het verschijnsel ‘roofkunst’, jouw mening over het koloniale erfgoed in onze musea? Mag het hier blijven of moet alles terug naar het land van herkomst? Geef duidelijke argumenten voor je standpunt.